Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
circular lettervan de Dublin-Unit Italië van 5 december 2022 en een aantal uitspraken van verschillende zittingsplaatsen van deze rechtbank [3] . Verweerder moet nader onderzoek doen naar concrete situatie in Italië. Het bestreden besluit is onvoldoende gemotiveerd.
circular lettervolgt dat Italië de lidstaten heeft verzocht om een tijdelijke opschorting van overdrachten op grond van de Dublinverordening in verband met een probleem met de opvangfaciliteiten. Hieruit volgt echter niet dat sprake is van structurele en fundamentele tekortkomingen in de opvangvoorzieningen. De rechtbank ziet zich in dat oordeel gesteund door de Afdelingsuitspraak van 19 december 2022 [5] , die dateert van ná de
circular letter. De Afdeling heeft blijkens die uitspraak in de
circular lettergeen aanleiding gezien voor het oordeel dat ten aanzien van Italië niet meer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan. Voorts wijst de rechtbank ter vergelijking op de uitspraken van de Afdeling van 8 april 2020 [6] en 30 oktober 2020 [7] betreffende een
circular lettermet betrekking tot het coronavirus, wat eveneens een tijdelijk overdrachtsbeletsel betrof. Daarnaast heeft de Afdeling in haar uitspraak van 31 mei 2022 [8] betreffende de opschorting van overdrachten door de Roemeense autoriteiten geoordeeld dat vanwege de bindende overdrachtstermijnen in artikel 29, eerste en tweede lid, van de Dublinverordening gewaarborgd is dat onzekerheid over overdracht van een vreemdeling van beperkte duur is. Het enkele feit dat er al enige tijd geen overdrachten naar Italië plaatsvinden en dat onbekend is hoelang de opschorting nog zal duren maakt dus niet dat ten aanzien van Italië niet langer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel uitgegaan kan worden. De opschorting van overdrachten maakt dan ook niet dat het overdrachtsbesluit onrechtmatig is. Dit betekent dat eiser kan worden overgedragen wanneer het overdrachtsbeletsel binnen de overdrachtstermijn wordt opgeheven. Wanneer eiser niet binnen de overdrachtstermijn kan worden overgedragen aan Italië wordt hij alsnog opgenomen in de nationale procedure. Verweerder heeft in de
circular letterdan ook geen aanleiding hoeven zien toepassing te geven aan artikel 17 van de Dublinverordening of om nader onderzoek te verrichten. Het beroep op de
circular letteren de door eiser aangehaalde uitspraken slaagt niet.