Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiseres] , eiseres,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
€ 500,-.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een Angolese vrouw geboren op 22 september 1945, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier met als doel verblijf als familie- of gezinslid bij haar zoon, die de Nederlandse nationaliteit bezit. De aanvraag werd afgewezen op 10 maart 2021, omdat eiseres niet beschikte over een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) en niet in aanmerking kwam voor vrijstelling van het mvv-vereiste op basis van haar medische situatie. Het bezwaar tegen deze afwijzing werd op 20 januari 2022 ongegrond verklaard, waarna eiseres beroep instelde.
De rechtbank heeft de zaak op 24 maart 2023 behandeld. Eiseres voerde aan dat er sprake was van gezinsleven in de zin van artikel 8 van het EVRM, omdat zij afhankelijk was van haar zoon voor dagelijkse levensverrichtingen door haar medische klachten, waaronder een ernstige oogaandoening. De rechtbank oordeelde echter dat verweerder terecht had geconcludeerd dat er geen sprake was van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie. De rechtbank stelde vast dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat de benodigde hulp enkel door haar zoon kon worden geboden en dat zij in Angola ook hulp had ontvangen van derden.
De rechtbank oordeelde dat de belangen van de Nederlandse Staat zwaarder wogen dan die van eiseres en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op het beleid rechtvaardigden. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, maar de rechtbank oordeelde wel dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden. Eiseres kreeg een schadevergoeding van €500,- toegewezen voor deze termijnoverschrijding, evenals een vergoeding van €418,50 voor de proceskosten.