ECLI:NL:RBDHA:2025:7254
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van asielaanvraag van eiser met Somalische nationaliteit, die internationale bescherming geniet in Italië
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 29 april 2025, wordt de niet-ontvankelijk verklaring van de asielaanvraag van eiser, die van Somalische nationaliteit is, behandeld. Eiser heeft op 1 november 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze is door de minister van Asiel en Migratie op 17 maart 2025 niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft geconcludeerd dat eiser internationale bescherming geniet in Italië tot 20 februari 2028, en dat de asielaanvraag daarom niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Eiser heeft in beroep verschillende gronden aangevoerd, waaronder dat de minister onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar zijn verblijfsstatus in Italië en dat de situatie voor statushouders in Italië problematisch is. De rechtbank wijst deze gronden af en stelt dat de minister mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, zoals eerder bevestigd door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank concludeert dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Italië in een situatie komt die in strijd is met artikel 3 van het EVRM of artikel 4 van het Handvest. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de niet-ontvankelijk verklaring van de asielaanvraag.