Uitspraak
verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie,
eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie,
1.De procedure
2.De feiten
3.3. De vordering en het verweer in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie
1. voor recht zal verklaren dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld jegens Afneemster en/of toerekenbaar is tekort geschoten,
2. Dexia zal veroordelen tot voldoening aan Afneemster van al datgene dat Afneemster aan Dexia heeft betaald onder de overeenkomst, vermeerderd met de wettelijke rente daarover,
4. Dexia zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten.
- voorwaardelijk, namelijk onder de voorwaarde dat de in conventie opgeworpen verweren met betrekking tot de klachtplicht en de verjaring worden verworpen:
Afneemster zal bevelen aan Dexia een kopie te verstrekken van het dossier dat Leaseproces omtrent haar heeft aangelegd, althans van het(de) intakeformulier(en), op straffe van een dwangsom,
- onvoorwaardelijk:
1. voor recht zal verklaren dat de overeenkomst rechtsgeldig tot stand gekomen is, niet is vernietigd en niet blootstaat aan vernietiging,
2. voor recht zal verklaren dat Afneemster met betrekking tot de overeenkomst niet is blootgesteld aan het risico op een onaanvaardbaar zware financiële last,
3. voor recht zal verklaren dat Dexia niets meer aan Afneemster verschuldigd is,
4. Afneemster zal veroordelen in de proceskosten.
Zij is benaderd door Spaar Select en naar aanleiding daarvan heeft een huisbezoek plaatsgevonden door een financieel adviseur van Spaar Select. De adviseur heeft met Afneemster gesproken over de financiële situatie en financiële wensen van Afneemster. Zij gaf aan graag extra vermogen te willen opbouwen. De adviseur wist hier een goed product voor en, na beoordeling van haar financiële situatie, adviseerde Afneemster om maandelijks een bedrag van ƒ 250,- te stoppen in een Allround Sparen product.
De adviseur heeft niet gewezen op de specifieke risico’s. Afneemster had geen beleggingservaring of kennis van complexe financiële producten en heeft het advies van de adviseur opgevolgd.
buitengerechtelijke kosten4.15. Afneemster heeft vergoeding gevorderd van buitengerechtelijke kosten. De Hoge Raad heeft zich in het arrest van 12 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:590, over deze kwestie uitgesproken. In het arrest is geoordeeld dat de buitengerechtelijke werkzaamheden die in die procedure door Leaseproces waren gesteld op grond van art. 6:96 lid 3 BW in verbinding met art. 241 Rv niet voor vergoeding in aanmerking komen.
In de procedure van partijen zijn dezelfde buitengerechtelijke werkzaamheden gesteld als die, welke in het arrest aan de orde waren, namelijk het opstellen en versturen van enkele gestandaardiseerde stukken (zoals een klachtbrief, een opt-out verklaring en stuitingsbrieven), het voeren van een intakegesprek, het beoordelen van de haalbaarheid van de aanspraken van de belegger en het adviseren daaromtrent en het verzamelen van gegevens om de omvang van de aanspraken van de belegger te kunnen bepalen, zodat ook in dit geval geen aanspraak bestaat op vergoeding van buitengerechtelijke kosten.
De vordering die gebaseerd is op artikel 843aRv, kan niet worden toegewezen, omdat Dexia daar geen belang bij heeft. Bij toewijzing van de vordering bij eindvonnis kunnen de gegevens waar de vordering op ziet, niet in deze instantie gebruikt worden door Dexia. Dexia heeft niet gesteld welk belang zij na het eindvonnis heeft bij afgifte van (een kopie van) de gevorderde stukken.
Ten aanzien van de beleggings-technische gebreken heeft Afneemster zelf aangegeven dat zij geen vordering terzake zal instellen, gelet op de stand van de jurisprudentie. Dat er desondanks een vordering zou bestaan is dan onvoldoende onderbouwd.
5.De beslissing
3:40 BW en 1:89 BW en niet bloot staat aan vernietiging op één van deze gronden,