ECLI:NL:RBGEL:2024:1883
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de toekenning van het definitieve budget voor de gebundelde uitkering op grond van de Participatiewet
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zevenaar tegen de toekenning door de minister van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen van het definitieve budget voor de gebundelde uitkering voor het jaar 2022. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is. De minister had het budget vastgesteld op € 10.360.640,-, na een eerdere voorlopige toekenning van € 11.230.848,-. De rechtbank stelt vast dat de minister bij de vaststelling van het budget gebruik heeft gemaakt van het verdeelmodel zoals opgenomen in het Besluit Participatiewet, en dat het macrobudget is vastgesteld in de begrotingswet SZW, een wet in formele zin. De rechtbank oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die aanleiding geven tot een andere uitkomst dan de strikte toepassing van de wet. Eiser heeft geen bezwaar gemaakt tegen de voorlopige toekenning en de rechtbank kan daarom het verdeelmodel niet meer toetsen. De rechtbank concludeert dat de minister het budget op juiste wijze heeft vastgesteld en dat er geen strijd is met artikel 108 van de Gemeentewet. De uitspraak is gedaan in het openbaar en de rechtbank verklaart het beroep ongegrond.