In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 17 april 2018 uitspraak gedaan in een bodemprocedure over de intrekking van de bijstandsuitkering van eiseres, die in beroep was gegaan tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen. Het primaire besluit, genomen op 7 juni 2016, hield in dat het recht op uitkering ingevolge de Participatiewet (Pw) van eiseres werd ingetrokken over de periode van 1 januari 2008 tot en met 6 januari 2013. Daarnaast werden verschillende toeslagen en besluiten tot toekenning van maatschappelijke participatie ingetrokken. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college verklaarde het bezwaar gedeeltelijk gegrond door de ingangsdatum van de intrekking te wijzigen naar 27 april 2008.
Eiseres stelde dat zij geen inkomsten had en dat de erotische foto’s van haar zonder haar toestemming op internet waren geplaatst door haar ex-partner. De rechtbank oordeelde dat eiseres de inlichtingenplicht had geschonden, omdat zij niet had gemeld dat zij op geld waardeerbare activiteiten verrichtte door het plaatsen van foto’s op verschillende websites. De rechtbank concludeerde dat het aan het bestuursorgaan was om de nodige kennis over de relevante feiten te vergaren, maar dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij recht had op bijstand als zij aan de inlichtingenplicht had voldaan. De rechtbank oordeelde dat de intrekking van de bijstandsuitkering terecht was en verklaarde het beroep ongegrond.
De rechtbank benadrukte dat het verrichten van op geld waardeerbare activiteiten van belang is voor het recht op bijstand, ongeacht de intentie van de betrokkene. Eiseres had geen bewijs geleverd dat zij geen inkomsten had en de rechtbank kon niet vaststellen of zij recht had op bijstand. De rechtbank wees erop dat eiseres ook geen melding had gemaakt van verschillende stortingen op haar rekening en dat zij geen bewijs had geleverd voor haar verklaringen over de auto’s en vakanties. De rechtbank concludeerde dat de intrekking van de bijstandsuitkering en de andere besluiten terecht waren genomen.