Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 november 2024;
- het incidentele verzoek ex artikel 195 Rv tevens houdende conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie;
- de conclusie repliek in conventie en antwoord in reconventie tevens houdende het antwoord op het incidentele verzoek;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie, tevens akte uitlating producties.
2.2. De feiten
3.De vordering en het verweer in de hoofdzaak en in het incident
4.4. De beoordeling van de vorderingen in de hoofdzaak en in het incidentalgemeen4.1. Het gaat in deze zaak om een financieel product dat tussen 1990 en 2003 in Nederland ongeveer één miljoen keer is verkocht, namelijk een effectenleaseovereenkomst. Kenmerk van dit product is, dat de afnemer van het product met geleend geld belegt. Na het instorten van de aandelenmarkt zijn vele afnemers geconfronteerd met restschulden en andere verliezen. In de afgelopen 15 à 20 jaar zijn in Nederland hierover duizenden procedures gevoerd, waarbij Dexia vaak één van de procespartijen was. Door belangenbehartigers van afnemers en vertegenwoordigers van aanbieders van deze producten is, in het kader van de WCAM, een regeling getroffen, die bij beschikking van het Gerechtshof Amsterdam van 25 januari 2007 algemeen verbindend is verklaard. Enkele tienduizenden afnemers hebben deze regeling niet geaccepteerd en tijdig een opt-out-verklaring ingediend, onder wie [eiser] .
Bij de beoordeling of de stellingen voldoende concreet en onderbouwd zijn en of het verweer voldoende gemotiveerd is weegt mee dat beide partijen al zeer lange tijd – in elk geval sinds de opt-out door [eiser] in 2007 – weten dat over de totstandkoming van de overeenkomst en de afwikkeling daarvan een gerechtelijke procedure gevoerd zal (kunnen) worden, zodat van hen verlangd mag worden de voor hun procespositie relevante informatie en stukken te hebben verzameld en bewaard.
- een kopie van het op 16 mei 2000 te Hulsberg ondertekende aanvraagformulier van het AEX Plus Effect op naam van [eiser] , waarop ATP-nummer [nummer 2] is vermeld en bij ‘kantoor’, ‘plaats’ en ‘adviseur’
S.F.S. Financiële Dienstverlening & Assurantiën, Wijchen en [adviseur]is ingevuld,
“Adviseur [nummer 2] - S.F.S. Financiële Dienstverlening & Ass.”,- een kopie van een uittreksel van de KvK van de tussenpersoon met als beschrijving van de werkzaamheden ‘
Advies en bemiddeling financiële zaken en assurantiën’.
- dat ten onrechte de gemachtigde van de afnemer op zijn woord wordt geloofd;
- dat zonder verder bewijs wordt aangenomen dat sprake is geweest van advisering door de tussenpersoon;
- dat ten onrechte wordt aangenomen dat op Dexia een onderzoeks- en vaststellingsplicht rust, en
- dat Dexia ten onrechte niet wordt toegelaten tot (tegen)bewijs.
€ 135,00