ECLI:NL:RBMNE:2025:4965
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een werknemer na onderzoek naar ongewenst gedrag, zonder vaststelling van ernstig verwijtbaar handelen door de werkgever
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 22 september 2025 uitspraak gedaan in een ontbindingsverzoek van de werkgever, Stichting Zorgspectrum, tegen een werknemer, mevrouw [verweerster]. De werkgever verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de g-grond, na een melding van ongewenst gedrag door de werknemer. De werknemer heeft zich niet verzet tegen de ontbinding, maar vroeg wel om een billijke vergoeding en een transitievergoeding. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding toegewezen, omdat er een verstoorde arbeidsverhouding was, en heeft bepaald dat de arbeidsovereenkomst per 1 november 2025 eindigt. De werkgever is verplicht om een transitievergoeding van € 4.922,04 bruto te betalen, maar de kantonrechter heeft de aanvraag voor een billijke vergoeding afgewezen, omdat er geen ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever is vastgesteld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkgever zorgvuldig heeft gehandeld in het onderzoek naar de melding van ongewenst gedrag en dat de werknemer niet constructief heeft meegewerkt aan een oplossing. De uitspraak benadrukt het belang van een redelijke grond voor ontbinding en de voorwaarden waaronder een billijke vergoeding kan worden toegekend.