Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 22 juni 2016 in de zaak tussen
[eiser] handelend onder de naam [naam 1] , te [vestigingsplaats] , eiser
de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
“Ik, arbeidsinspecteur [naam 2] , heb op vrijdag 5 september 2014, omstreeks 09:10 uur, een werkplekverkenning gedaan. Ik zag dat in een marktkraam, op de hoek van de [locatie 2] en [locatie 1] in [plaats] , waar cosmetica artikelen werden verkocht op de Markt [locatie 1] een man twee kratten op de uitstalplank van de marktkraam zetten. Ik zag dat de kratten gevuld waren met shampoo en huidverzorgingsmiddelen. Ik zag dat hij vervolgens op een bankje naast de marktkraam ging zitten. Deze man bleek later de in dit boeterapport genoemde vreemdeling te zijn.
€ 6.000,00 en bepalen dat de aan eiser opgelegde boete wordt vastgesteld op een bedrag van € 4.000,00. De rechtbank zal bepalen dat haar uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit.
€ 1.984,00 (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor een telefonische hoorzitting, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 496,00 en een wegingsfactor 1).