Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 13 juli 2018 in de zaak tussen
Procesverloop
LEE 17/1313).
Overwegingen
7 m³ en in 2015 11 m³. Vanwege het lage waterverbruik is een aanvullend onderzoek verricht, te weten het opvragen van de verbruiksgegevens van gas en elektriciteit en het opvragen van gegevens over het aangeboden huisvuil. Verder zijn waarnemingen uitgevoerd bij de woning en is er contact geweest met twee (voormalige) buurtbewoners.
(hierna: [naam woonzorgcentrum]
)in [plaatsnaam] , waar hij overdag is. Alleen in het weekend is hij bij zijn vriendin in Hoogezand. Eiser heeft verwezen naar ingebrachte verklaringen van (voormalige) collega’s van [naam woonzorgcentrum] , waarin staat dat eiser dagelijks en vaak ook
’s avonds op de werkplek aanwezig is. Verder zou uit een e-mail van een medewerker van de woningstichting [naam woningstichting] blijken dat de verhuurder ervan uitgaat dat eiser wel op het uitkeringsadres woont. Met een verklaring van eisers zwager [naam zwager] , die eiser bijstaat in het dagelijks leven, stelt eiser inzicht te hebben gegeven in zijn karakter en problematiek en een verklaring te hebben gegeven voor zijn beperkte verbruik. Het waterverbruik is laag, maar daarmee is niet aangetoond dat hij niet op het uitkeringsadres woont. Eiser heeft geen wasmachine, de was doet hij in het weekend bij zijn vriendin. Ook heeft hij geen droger of een magnetron. Hij is weinig thuis. Het gas- en elektriciteitsverbruik is laag, maar niet zodanig laag dat de woning onbewoond zou zijn. Volgens vaste jurisprudentie van de CRvB doet een laag verbruik vermoeden dat iemand niet op het adres woont, maar meer dan een vermoeden is er in het geval van eiser niet. Tijdens het huisbezoek op 4 mei 2017 is ook de schuur bekeken en daar zijn tientallen vuilniszakken aangetroffen. Daarmee is er een verklaring voor de omstandigheid dat eiser lange tijd geen huisvuil in de vuilcontainer heeft aangeboden. De verbruikscijfers, huisbezoeken, de waarnemingen en de verklaring van een buurtbewoner zijn onvoldoende. Verweerder heeft niet aannemelijk gemaakt dat eiser vanaf 1 januari 2014 niet op het uitkeringsadres zou wonen.
12 september 2016 van een nieuwe gasmeter, waarna het gasverbruik is gestegen, niet is geweest dat de oude meter defect was.
27 maart 2017 is gebleken dat op het adres van eiser nog steeds geen lediging van huisvuilcontainers heeft plaatsgevonden. De omstandigheid dat in verband met eisers aanvraag van 6 april 2017 om een bijstandsuitkering bij een huisbezoek op 4 mei 2017 ook het bij de tussenwoning horende schuurtje is onderzocht en dat aldaar tientallen vuilniszakken zijn aangetroffen, leidt de rechtbank niet tot een ander oordeel. Uit die situatie kan niet worden afgeleid dat vanaf 1 januari 2014 in het schuurtje al het huisvuil heeft gelegen.
Beslissing
mr. L. Willems-Keekstra, leden, in aanwezigheid van H.M. Eleveld, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2018.