Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 maart 2024 in de zaak tussen
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen
Inleiding
Totstandkoming van de besluiten
2.1. Op 10 maart 2022 is een melding bij de afdeling Handhaving van het college binnengekomen, inhoudende dat eiseres zou samenwonen en dat de kinderen van eiseres dure merkkleding zouden dragen en in het bezit zouden zijn van dure smartphones. De melding was voor het college aanleiding om een onderzoek te starten naar het recht op bijstand. In dat kader heeft het college op 2 januari 2023 eiseres gevraagd kopieën van de bankafschriften te overleggen over de periode vanaf 10 maart 2022. Uit de bankafschriften bleek dat eiseres beschikte over een tweetal accounts waarmee zij online gokactiviteiten verrichtte (Winny en Toto). De bevindingen van het onderzoek zijn neergelegd in een rapport van 22 februari 2023.
2.2. Bij besluit van 16 maart 2023, na bezwaar - behoudens een correctie als gevolg van de intrekking in plaats van de herziening over de maand juli 2022 vanwege inkomsten boven de geldende bijstandsnorm - gehandhaafd bij het bestreden besluit van 23 augustus 2023, heeft het college het recht op bijstand van eiseres over de perioden van 1 april 2022 tot en met 30 juni 2022, 1 september 2022 tot en met 30 september 2022 en 1 november 2022 tot en met 31 december 2022 herzien. Het recht op bijstand over de periode van 1 juli 2022 tot en met 31 juli 2022 is ingetrokken. Het college heeft hierbij de gokinkomsten van eiseres aangemerkt als inkomen in de zin van de Participatiewet (PW). Als gevolg hiervan is de toegekende bijstand over de genoemde perioden tot een bedrag van € 5.333,92 bruto van eiseres teruggevorderd.
OverwegingenIntrekking en inlichtingenplicht3.Intrekking van de bijstandsuitkering is een voor de betrokkene belastend besluit. Daarom rust de bewijslast om aannemelijk te maken dat aan de voorwaarden voor intrekking is voldaan in beginsel op de bijstandsverlenende instantie. Dit betekent dat de bijstandsverlenende instantie de nodige kennis over de relevante feiten moet verzamelen.
Omvang van het geschil3.2. Niet in geschil is dat eiseres zich in de perioden in geding heeft beziggehouden met online gokken, dat zij deze activiteiten niet aan het college heeft gemeld, dat eiseres inkomsten uit de gokactiviteiten heeft genoten en dat de hoogte van deze inkomsten in de perioden in geding op de juiste wijze door het college is berekend.
Inkomensbegrip en verwervingskosten
Beoordeling door de rechtbank4.De rechtbank ziet op grond van de navolgende overwegingen aanleiding om in de situatie die thans voorligt anders te oordelen dan conform de jurisprudentie zoals onder 3.4., 3.5. en 3.6. is aangehaald.
Conclusie en gevolgen
€ 875,- en wegingsfactor 1 voor het gewicht van de zaak en de samenhangende zaken.
Beslissing
nieuw besluit te nemen op de bezwaren met inachtneming van deze uitspraak;
moet vergoeden;
mr.L.J. van der Veen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
1 maart 2024.