2.3.Ten derde betreft dit [naam 3] . Volgens het uittreksel van de KvK bestaan haar activiteiten uit groothandel in verbrandingsmotoren, pompen en compressoren en financiële holdings. Volgens dit uittreksel zijn in deze vestiging 4 personen werkzaam. De enig aandeelhouder is Kirloskar Brothers International B.V., gevestigd op Schiphol.
3. Op 27 juni 2019 is een melding bij de Inspectie SZW binnengekomen. Tevens is op 11 juli 2019 via de IND te Zwolle een anonieme melding bij de Inspectie SZW binnengekomen. Volgens deze meldingen zouden twee (bij naam genoemde) mannen vanuit India en Engeland gaan werken bij [naam 2] in Almelo.
Naar aanleiding van deze meldingen is een onderzoek ingesteld.
4. Op 4 december 2019 en 9 januari 2020 is de vestiging van [naam 2] op perceel 24 door twee arbeidsinspecteurs bezocht. Er is (aanvullend) administratief onderzoek gedaan en de financieel manager is als getuige gehoord. Ook zijn twee (van de drie) vreemdelingen (als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wav) door de arbeidsinspecteurs gehoord. Hieruit is de arbeidsinspecteurs gebleken dat deze drie vreemdelingen voor zowel [naam 2] , [naam 1] als [naam 3] arbeid hebben verricht. Het betreft de navolgende werkzaamheden, verricht door de navolgende vreemdelingen in de navolgende periodes.
- [naam 7] (hierna: [naam 7] ), burger van India, heeft in de gehele dan wel een gedeelte van de periode 19 mei 2019 tot en met 13 augustus 2019, de volgende arbeid voor [naam 2] , [naam 1] en [naam 3] verricht: het werken achter een laptop, rapporten ontvangen, informatie tot zich nemen, vergaderingen bezoeken, bedrijven bezoeken, de bedrijven waarvoor er wordt gewerkt bekijken of er vooruitgang wordt geboekt en winst wordt gemaakt, bekijken hoe alles geboekt en geregeld wordt, controleren of alles goed gaat, in de boeken kijken, naar de bedrijven gaan om te kijken hoe alles daar verloopt en consulteren.
- [naam 8] (hierna: [naam 8] ), burger van India, heeft in de gehele dan wel een gedeelte van de periode 10 augustus 2019 tot en met 20 oktober 2019, de volgende arbeid voor [naam 2] , [naam 1] en [naam 3] verricht: ondersteunen van de financiële administratie, werkzaam als CFO (Chief Financial Officer), financieel manager, geconsolideerde cijfers controleren, kwartaalrapporten controleren, het werken achter een laptop, telefoneren met India en Zuid Afrika, voorbereiden van Board-meetings, analyseren van rapporten en de verhoudingen binnen de onderneming controleren.
- [naam 9] burger van India, heeft in de gehele dan wel een gedeelte van de periode 27 november 2019 tot en met 15 januari 2020, de volgende arbeid voor [naam 2] , [naam 1] en [naam 3] verricht: werken als CFO, het verzorgen van de rapportages en audit naar het einde van het jaar, het zorgen voor de administratie, bekijken of de bedrijven in Nederland dezelfde lijn volgen als in India, bekijken of alles goed wordt gecontroleerd en genoteerd en nakijken of alles goed wordt geboekt.
Op 15 januari 2020 heeft een arbeidsinspecteur ten aanzien van deze drie vreemdelingen informatie ontvangen van het UWV en de IND. Uit deze informatie is de arbeidsinspecteur gebleken dat [naam 2] , [naam 1] en [naam 3] voor deze drie vreemdelingen en de door hen verrichte arbeid niet in het bezit waren van de daartoe vereiste tewerkstellingsvergunningen en dat de vreemdelingen niet in het bezit waren van een gecombineerde vergunning.
Daarom is volgens de arbeidsinspecteur per onderneming sprake van drie overtredingen van artikel 2, eerste lid, van de Wav.
5. Naar aanleiding van het voorgaande zijn drie afzonderlijke (nagenoeg gelijkluidende) boeterapporten opgemaakt, die op 17 maart 2020 aan [naam 2] , [naam 1] en [naam 3] zijn toegezonden.
6. Bij brieven van 10 september 2020 heeft verweerder [naam 2] , [naam 1] en [naam 3] in kennis gesteld van het voornemen hen bestuurlijke boetes op te leggen van
€ 24.000,- per onderneming wegens drie overtredingen van artikel 2, eerste lid, van de Wav. Ook is verweerder voornemens om op grond van artikel 19g van de Wav nader omschreven inspectiegegevens openbaar te maken. [naam 2] , [naam 1] en [naam 3] zijn in de gelegenheid gesteld om, naast de reeds ingediende zienswijze van 14 juli 2020, een zienswijze naar voren te brengen.
Bij brief van 24 september 2020 hebben [naam 2] , [naam 1] en [naam 3] gezamenlijk een zienswijze ten aanzien van de voorgenomen boeteopleggingen ingediend. Deze zienswijze ziet niet op de voorgenomen openbaarmaking van de inspectiegegevens.
7. In drie afzonderlijke primaire besluiten van 29 oktober 2020 heeft verweerder aan [naam 2] , [naam 1] en [naam 3] een boete opgelegd van € 24.000,- (3 x € 8.000,-) wegens drie overtredingen van artikel 2, eerste lid, van de Wav, conform de Beleidsregel boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen 2020 (Stct. 2020, nr. 18106; hierna: Beleidsregel 2020). Verweerder heeft zich hierbij op het standpunt gesteld dat de overtredingen zijn begaan op het moment dat de Beleidsregel boeteoplegging Wav 2017 (hierna: Beleidsregel 2017) nog gold. Omdat Beleidsregel 2020 voor [naam 2] , [naam 1] en [naam 3] geen ongunstigere bepalingen bevat dan Beleidsregel 2017 en omdat in Beleidsregel 2020 het thans gevoerde beleid is vastgelegd, heeft verweerder in deze zaken Beleidsregel 2020 toegepast.
Ook heeft verweerder besloten om inspectiegegevens openbaar te maken.
8. Tegen deze drie (primaire) besluiten hebben [naam 2] , [naam 1] en [naam 3] gezamenlijk een bezwaarschrift ingediend. Dit bezwaarschrift ziet niet op de openbaarmaking van de inspectiegegevens.
9. Met drie afzonderlijke (bestreden) besluiten van 10 december 2021 heeft verweerder de bezwaren van [naam 2] , [naam 1] en [naam 3] ongegrond verklaard en de drie primaire besluiten gehandhaafd.