Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 15 juni 2023 in de zaak tussen
[verzoekster 1] , verzoekster 1, en
De Nederlandsche Bank N.V., DNB
Inleiding
- namens verzoeksters, hun gemachtigden samen met [persoon 1] , [persoon 2] en [persoon 3] ;
- namens DNB, haar gemachtigden samen met mr. R.B.A. Kaaijenveld,
Totstandkoming van het besluit
- een doelvennootschap het integriteitsrisicoprofiel onvoldoende heeft vastgesteld (tekortkoming 1);
- vier doelvennootschappen de herkomst van het vermogen van die doelvennootschappen niet heeft vastgesteld (tekortkoming 2) en dat zij niet zoveel mogelijk met zekerheid de legitieme afkomst daarvan heeft vastgesteld (tekortkoming 3);
- zeven doelvennootschappen de vermogenspositie van de uiteindelijk belanghebbende(n) (UBO) en de legitieme afkomst daarvan niet zoveel mogelijk met zekerheid heeft vastgesteld (tekortkomingen 4 en 5);
- drie doelvennootschappen niet heeft vastgesteld dat alle relevante onderdelen van hun structuur aan de verplichting heeft voldaan om zich in het handelsregister of vergelijkbaar buitenlands register in te schrijven (tekortkoming 6);
- drie doelvennootschappen de eigendoms- en zeggenschapsstructuur en de relevante delen van de structuur van de groep waartoe zij behoren niet heeft vastgesteld (tekortkoming 7);
- een doelvennootschap de strekking waarmee de opzet van structuur van de groep waartoe deze doelvennootschap behoort onvoldoende heeft vastgesteld (tekortkoming 8);
- vier doelvennootschappen het uitgevoerde cliëntenonderzoek haar niet in staat heeft gesteld om een voortdurende controle op de zakelijke relatie en verrichte transacties uit te oefenen (tekortkoming 9);
- twee doelvennootschappen de UBO van de cliënten niet heeft vastgesteld (tekortkoming 10);
- een doelvennootschap het cliëntenonderzoek er niet toe heeft geleid dat de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de contactpersoon is vastgesteld (tekortkoming 11).
Beoordeling door de voorzieningenrechter
capital contributions made by the member”, maar dat dit verder niet is onderbouwd. Wat verzoekster 1 in deze procedure heeft aangevoerd, biedt deze onderbouwing ook niet. De voorzieningenrechter ziet alleen al om deze reden niet in hoe verzoekster 1 het vermogen van [doelvennootschap 2] in kaart kan brengen en vast kan stellen hoe dat vermogen is ontstaan en of dat vermogen uit legitieme bron afkomstig is. Op het overige dat verzoekster 1 heeft aangevoerd gaat de voorzieningenrechter daarom niet in.
- alle entiteiten die rechtstreeks of onrechtstreeks enige formele zeggenschap hebben in de doelvennootschap;
- alle entiteiten die rechtstreeks onder dezelfde aandeelhouder(s) vallen als waaronder de doelvennootschap valt;
- alle entiteiten waar de doelvennootschap rechtstreeks of onrechtstreeks enige formele zeggenschap in heeft;
- alle entiteiten binnen de groep van de doelvennootschap die vanwege de aard van hun activiteiten relevant zijn voor het risicoprofiel van de doelvennootschap of de cliënt.