ECLI:NL:RBROT:2024:10285
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Matiging van dwangsommen wegens financiële onvermogen en bijzondere omstandigheden in bestuursrechtelijke drugshandelszaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 oktober 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de invordering van dwangsommen die aan eiser waren opgelegd wegens overtredingen van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van Dordrecht, specifiek artikel 2:74, dat betrekking heeft op drugshandel op straat. Eiser, die in financiële problemen verkeert en onder bewind staat, heeft tegen de besluiten van de burgemeester van Dordrecht bezwaar gemaakt en beroep ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 13 juni en 21 juni 2023 de APV heeft overtreden door zich op openbare plaatsen te bevinden met de kennelijke bedoeling om drugs te verhandelen. De burgemeester had een dwangsom van € 5.000,- per overtreding opgelegd, maar eiser heeft aangevoerd dat hij deze bedragen niet kan betalen en dat de invordering onevenredig is. De rechtbank heeft de financiële situatie van eiser in overweging genomen, inclusief zijn schulden en bijstandsuitkering, en geconcludeerd dat hij evident niet in staat is om de volledige dwangsommen te betalen. De rechtbank heeft daarom de dwangsommen gematigd tot € 1.000,- per overtreding, in totaal € 2.000,-. De rechtbank heeft de bestreden besluiten vernietigd en de burgemeester veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht.