Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
(…)
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Immateriële en materiele schadevergoeding
6.Proceskosten
7.Beslissing
- verklaart de beroepen tegen de naheffingsaanslag OB 1999 niet-ontvankelijk;
- verklaart de beroepen gegrond voor zover ze betrekking hebben op de (navorderings-) aanslagen IB/PVV 1991 tot en met 2000, 2002 en 2004 en de navorderingsaanslagen VB 1992 tot en met 2000 en de daarbij behorende boetebeschikkingen en beschikkingen heffingsrente;
- verklaart het beroep dat betrekking heeft op de boete behorende bij de aanslag IB/PVV 2005 gegrond;
- verklaart de beroepen voor het overige ongegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar tegen de (navorderings)aanslagen IB/PVV 1991 tot en met 2000, 2002 en 2004 en de navorderingsaanslagen VB 1992 tot en met 2000 en de daarbij behorende boetebeschikkingen en beschikkingen heffingsrente;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar over het jaar 2005 voor zover die betrekking heeft op de boete;
- verklaart het bezwaar betreffende de aanslag IB/PVV 2004 niet-ontvankelijk;
- vernietigt de navorderingsaanslagen IB/PVV 1991 tot en met 1997 en de daarbij behorende boetebeschikkingen en beschikkingen heffingsrente;
- vernietigt de navorderingsaanslagen VB 1992 tot en met 1998 en de daarbij behorende boetebeschikkingen en beschikkingen heffingsrente;
- vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV 1998 tot ƒ 4.528, de daarbij behorende boete tot ƒ 3.396 en de heffingsrente tot ƒ 762;
- vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV 1999 tot ƒ 4.597, de daarbij behorende boete tot ƒ 3.447 en de heffingsrente tot ƒ 635;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2000 tot ƒ 4.590, de daarbij behorende boete tot ƒ 3.442 en de heffingsrente tot ƒ 460;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2002 tot € 2.988 en de daarbij behorende boete tot
- vermindert de navorderingsaanslag VB 1999 tot ƒ 1.295, de daarbij behorende boete tot ƒ 971 en de heffingsrente tot ƒ 179;
- vermindert de navorderingsaanslag VB 2000 tot ƒ 1.316, de daarbij behorende boete tot ƒ 987 en de heffingsrente tot ƒ 134;
- vermindert de boete behorende bij de aanslag IB/PVV 2005 tot € 2.125;
- gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 42 aan deze vergoedt;
- veroordeelt de inspecteur tot het vergoeden van de immateriële schade aan belanghebbende van € 1.765;
- veroordeelt de Minister van Veiligheid en Justitie tot het vergoeden van de immateriële schade aan belanghebbende van € 1.235;
- wijst het verzoek om schadevergoeding voor het overige af.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: