Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
DEXIA NEDERLAND B.V.,
1.De procedure
In conventie en in (voorwaardelijke) reconventie
- de dagvaarding van 28 juni 2018 van Afnemer, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie en van (voorwaardelijke) eis in reconventie van Dexia, met producties;
- de conclusie van repliek in conventie en van (voorwaardelijk) antwoord in reconventie van Afnemer, met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie van Dexia, met producties;
- de conclusie van dupliek in reconventie van Afnemer.
2.De feiten
voorwaardelijk, namelijk onder de voorwaarde dat de in conventie opgeworpen verweren met betrekking tot de klachtplicht en de verjaring worden verworpen:
- Afnemer zal bevelen aan Dexia een kopie te verstrekken van het dossier dat Leaseproces omtrent haar heeft aangelegd, althans van het(de) intakeformulier(en), op straffe van een dwangsom;
onvoorwaardelijk:
- voor recht zal verklaren dat de overeenkomst rechtsgeldig tot stand gekomen is, niet is vernietigd en niet blootstaat aan vernietiging;
- voor recht zal verklaren dat Afnemer met betrekking tot de overeenkomst niet is blootgesteld aan het risico op een onaanvaardbaar zware financiële last;
- voor recht zal verklaren dat Dexia niets meer aan Afnemer verschuldigd is;
- Afnemer zal veroordelen in de proceskosten.
4.Standpunten van partijen
5.Beoordeling van de vorderingen
In diverse uitspraken van verschillende rechtbanken is overwogen en beslist dat in zijn algemeenheid uit de door Leaseproces in vele procedures (waaronder deze) overgelegde stukken het beeld naar voren komt, dat Dexia ermee bekend moet zijn geweest dat Spaar Select op grote schaal individueel persoonlijk financieel advies gaf. De rechtbank betrekt hierbij ook het oordeel van het Gerechtshof Den Haag, neergelegd in het arrest van 12 september 2017 (ECLI:NL:GHDHA:2017:2530), waarin is geoordeeld over de wetenschap destijds van Dexia, haar gerichtheid op het op grote schaal door tussenpersonen adviseren over effectenleaseproducten, ook door cliëntenremisiers, de wetenschap van Dexia van de op stelselmatig adviseren gerichte werkwijze van Spaar Select en het belang van Spaar Select als tussenpersoon. Er bestaat geen aanleiding om in de huidige procedure omtrent deze stukken een ander oordeel te geven.
In de procedure van partijen zijn dezelfde buitengerechtelijke werkzaamheden gesteld als die, welke in het arrest aan de orde waren, namelijk het opstellen en versturen van enkele gestandaardiseerde stukken (zoals een klachtbrief, een opt-out verklaring en stuitingsbrieven), het voeren van een intakegesprek, het beoordelen van de haalbaarheid van de aanspraken van de belegger en het adviseren daaromtrent en het verzamelen van gegevens om de omvang van de aanspraken van de belegger te kunnen bepalen, zodat ook in dit geval geen aanspraak bestaat op vergoeding van buitengerechtelijke kosten.
De vordering die gebaseerd is op artikel 843a Rv, kan niet worden toegewezen, omdat Dexia daar geen belang bij heeft. Bij toewijzing van de vordering bij eindvonnis kunnen de gegevens waar de vordering op ziet, niet in deze instantie gebruikt worden door Dexia. Dexia heeft niet gesteld welk belang zij na het eindvonnis heeft bij afgifte van (een kopie van) de gevorderde stukken.