Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van Dexia van 7 december 2022;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
- een kopie van het aanvraagformulier Capital Effect van 27 november 2000 op naam van [gedaagde] , voorzien van het (handgeschreven) [contractnummer 1] , de naam van de adviseur
[adviseur], en waarop ATP-nummer
[nummer]is ingevuld;
[adviseur], en waarop ATP-nummer
[nummer]is ingevuld;
[nummer] - [tussenpersoon];
[nummer] - [tussenpersoon];
- een kopie van een uittreksel van de Kamer van Koophandel van [tussenpersoon] waaruit blijkt dat het adviseren over beleggingsproducten behoorde tot de kernbezigheden van deze tussenpersoon.
conclusie4.15. Uit het voorgaande volgt dat niet ten volle kan worden vastgesteld dat Dexia niets meer aan [gedaagde] is verschuldigd. Wat Dexia nog wel aan [gedaagde] is verschuldigd, kunnen partijen inmiddels berekenen. De voor vergoeding in aanmerking komende schade bestaat uit de door de afnemer betaalde inleg (termijnbetalingen en eventuele aflossingen) en het niet vergoede gedeelte van de (fictieve) restschuld. Daarnaast dient rekening gehouden te worden met te verrekenen genoten voordelen, waaronder dividenduitkeringen, fiscale voordelen en een eventueel in aanmerking te nemen batig saldo uit voorgaande overeenkomsten. Een en ander volgens het door Dexia overgelegde financiële overzicht waarvan de juistheid door [gedaagde] niet of onvoldoende gemotiveerd is betwist. In het geval reeds eerder een schade-vergoeding door Dexia is betaald, geldt ten aanzien van de verrekening daarvan hetgeen is overwogen in de beslissing van de Rechtbank Amsterdam van 25 november 2021 (ECLI:NL:RBAMS:2021:7910). De wettelijke rente is verschuldigd over het door Dexia
€ 135,00