Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 november 2022;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie;
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie, tevens houdende incidentele conclusie ex artikel 843a Rv;
- de conclusie van antwoord in het incident, tevens houdende de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie, tevens akte uitlating producties;
2.2. De feiten
3.De vordering en het verweer in conventie, in reconventie en in het incident
Bij de beoordeling of de stellingen voldoende concreet en onderbouwd zijn en of het verweer voldoende gemotiveerd is weegt mee dat beide partijen al zeer lange tijd – in elk geval sinds de opt-out door [eiser] in 2007 – weten dat over de totstandkoming van de overeenkomst en de afwikkeling daarvan een gerechtelijke procedure gevoerd zal (kunnen) worden, zodat van hen verlangd mag worden de voor hun procespositie relevante informatie en stukken te hebben verzameld en bewaard.
- een kopie van de overeenkomst van 8 januari 2001 met [contractnummer] , voorzien van het adviseursnummer:
[nummer] -[hypotheekadviseur],
-een brief van 9 januari 2001 gericht aan [eiser 1] , voorzien van het logo van [hypotheekadviseur] , betreffende de aanvraag van een AEX Plus Effect vooruitbetaling, waarin te lezen is:
‘(…) Naar aanleiding van uw aanvraag voor een AEX Plus Effect, doen wij u bijgaand het contract in tweevoud toekomen. Wij verzoeken u vriendelijk om één exemplaar van het contract te ondertekenen en naar ons te retourneren in bijgevoegde antwoordenveloppe. Als u nog vragen heeft, neem dan gerust contact met ons op (…)’,
‘(…) Wij nemen aan dat de inhoud voor zich spreekt, maar mochten er nog vragen zijn, dan kunt u altijd met ons contact opnemen (…)’,
€ 135,00