Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 oktober 2025 in de zaak tussen
[eiser 1] en [eiser 2] , uit [plaats] , eisers,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dongen.
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
De rechterzijde van de opbouw wordt gewijzigd. Deze dakplaten worden veranderd naar een hoek van 90˚. Hierbij komt de goot aan deze zijde te vervallen. De afwatering van de dakopbouw zal via het platte dak en een hemelwaterafvoerpijp aan de achterzijde van de opbouw op het eigen terrein plaatsvinden. Het vervallen van de goot aan de rechterzijde betekent dat er geen sprake meer is van overhangende bouwdelen op het perceel van de buren. Hierbij zal er ook minder gebruik gemaakt hoeven worden van het “ladderrecht” voor het uitvoeren van onderhoud via het perceel van de buren”Eisers hebben aanvullend ter zitting aangevoerd dat als toestemming wordt verleend voor het meerdere het mindere dan ook is toegestaan. Zij hebben de dakplaten veranderd naar een hoek van 88˚.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten I en II;
- herroept het primair besluit van 31 oktober 2023;
- draagt het college op binnen acht weken een nieuw besluit te nemen op het handhavingsverzoek van derde partij met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 187,- aan eisers te vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 2.731,30.