ECLI:NL:RVS:2008:BG5668
Raad van State
- Hoger beroep
- M.G.J. Parkins de Vin
- B. van Wagtendonk
- T.M.A. Claessens
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verstrekkingen aan minderjarige vreemdelingen door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Middelburg, die op 10 april 2008 de aanvragen van twee minderjarige vreemdelingen om verstrekkingen op grond van de Regeling verstrekkingen bepaalde categorieën vreemdelingen (Rvb) had toegewezen. De rechtbank oordeelde dat de vreemdelingen recht hadden op verstrekkingen, maar het COA was van mening dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat het COA een zorgplicht had ten aanzien van deze vreemdelingen. Het COA stelde dat de rechtbank de wettelijke bepalingen omtrent de Rvb en de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) verkeerd had geïnterpreteerd. De Raad van State oordeelde dat het COA enkel verantwoordelijk is voor het verstrekken van financiële toelagen aan minderjarige vreemdelingen die rechtmatig verblijf hebben, en dat er geen algemene zorgtaken zijn die het COA verplichten om verdergaande ondersteuning te bieden. De Raad van State vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde de beroepen van de vreemdelingen ongegrond. De uitspraak bevestigt de strikte interpretatie van de wetgeving omtrent de rechten van vreemdelingen en de verantwoordelijkheden van het COA.