Uitspraak
20 621 TW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Bij beslissing op bezwaar van 23 november 2018 (bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar tegen het besluit van 2 oktober 2018 ongegrond verklaard.
a. recht heeft op een loondervingsuitkering, en
b. per dag een inkomen heeft dat lager is dan € 73,30.
1. (…)
2. De hoogte van de algemene bijstand is het verschil tussen het inkomen en de bijstandsnorm.
3. In de algemene bijstand is een vakantietoeslag inbegrepen ter hoogte van 5 procent van die bijstand.
4. De algemene bijstand wordt verhoogd met de loonbelasting en premies volksverzekeringen waarvoor de gemeente die de bijstand verleent krachtens de Wet op de loonbelasting 1964 inhoudingsplichtige is.
Voor belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd is de norm per kalendermaand, indien het betreft:
a. (…)
b. gehuwden waarvan beide echtgenoten jonger zijn dan de pensioengerechtigde leeftijd, zonder kostendelende medebewoners: € 1.423,66
1. In deze paragraaf wordt onder netto minimumloon verstaan het minimumloon per maand, genoemd in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, verhoogd met de aanspraak op vakantiebijslag waarop een werknemer op grond van artikel 15 van die wet over dat minimumloon ten minste aanspraak kan maken, na aftrek van de daarvan in te houden loonbelasting en premies volksverzekeringen.
2. De in het eerste lid bedoelde loonbelasting en premies volksverzekeringen worden berekend voor een werknemer die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt rekening houdend met uitsluitend 177,50% van de algemene heffingskorting, bedoeld in artikel 22 van de Wet op de loonbelasting 1964, over het minimumloon en de aanspraak op vakantiebijslag daarover.
(…)
3. Met ingang van 1 juli 2012 tot 1 januari 2014 en met ingang van 1 januari 2019 wordt het in het tweede lid genoemde percentage twee keer per kalenderjaar, op 1 januari en 1 juli, verlaagd met 2,5 procentpunt. Met ingang van 1 januari 2014 tot 1 januari 2019 wordt het in het tweede lid genoemde percentage twee keer per kalenderjaar, op 1 januari en 1 juli, verlaagd met 1,25 procentpunt. Het gewijzigde percentage wordt door of namens Onze Minister bekend gemaakt in de Staatscourant. Dit lid vervalt op het moment dat het percentage van 100 is bereikt.
bedrag van € 1.423,66 (Stcrt. 2018, 28171). Na aftrek van de reservering van vakantietoeslag op grond van artikel 19, derde lid, van de Pw, bedroeg de bijstandsnorm voor gehuwden per 1 juli 2018 € 1.352,48 netto per maand, exclusief vakantietoeslag.
bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om vergoeding van schade af.