ECLI:NL:CRVB:2025:1261
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van bijstand en ingangsdatum bij bijzondere omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Ridderkerk over de toekenning van bijstand. Appellante had zich op 14 oktober 2018 en op 12 mei 2021 gemeld voor bijstand, maar had geen aanvragen ingediend omdat haar inkomen boven de bijstandsnorm lag en zij dacht werk gevonden te hebben. De Raad oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een eerdere ingangsdatum van de bijstand rechtvaardigen. De rechtbank had het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Raad bevestigt deze uitspraak. Appellante heeft geen onderbouwing gegeven voor haar stelling dat zij zich op andere momenten heeft gemeld voor bijstand. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en dat de toekenning van bijstand met ingangsdatum 21 november 2021 in stand blijft. Appellante krijgt geen vergoeding voor proceskosten en griffierecht.