Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt de Staat tot betaling aan appellant van een vergoeding van schade tot een
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om intrekkingen en terugvorderingen van algemene bijstand op basis van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Appellant heeft bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam algemene bijstand aangevraagd voor verschillende periodes in 2020. Het college heeft de bijstand herzien en teruggevorderd, omdat appellant de op hem rustende inlichtingenverplichting heeft geschonden. Appellant is van mening dat de intrekkingen in strijd zijn met het rechtszekerheidsbeginsel en dat de terugvorderingen beperkt moeten worden volgens de zesmaandenjurisprudentie. De Centrale Raad van Beroep oordeelt echter dat deze beroepsgronden niet slagen. De Raad bevestigt de intrekkingen en terugvorderingen, maar wijst het verzoek om schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Raad concludeert dat de redelijke termijn van vier jaar voor de procedure is overschreden en kent appellant een schadevergoeding van € 1.000,- toe, te betalen door de Staat der Nederlanden. De uitspraak is gedaan op 4 november 2025.