ECLI:NL:CRVB:2025:1787
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van Wajong-toeslag wegens niet doorgegeven partnerinkomen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 december 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking en terugvordering van een toeslag die appellante ontving op haar Wajong-uitkering. Appellante had niet doorgegeven dat haar ex-partner een Wajong-uitkering ontving, waardoor het gezamenlijke inkomen in de periode van 1 februari 2018 tot en met 30 november 2020 te hoog was voor het recht op toeslag. Het Uwv heeft de terugvordering verlaagd van € 17.629,99 naar € 8.815,- bruto vanwege dringende redenen. Appellante was het niet eens met deze beslissing en stelde dat zij haar inlichtingenplicht niet had geschonden, onder andere vanwege haar verstandelijke beperking en analfabetisme. De Raad heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat appellante wel degelijk haar inlichtingenplicht heeft geschonden. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep tegen het bestreden besluit 1 gegrond verklaard, maar het beroep tegen het bestreden besluit 2 ongegrond verklaard. Appellante krijgt een vergoeding voor haar proceskosten.