Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord
- de antwoordakte tevens houdende akte wijziging van eis van Dexia
- de antwoordakte van de afnemer.
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
3.9. De afnemer heeft betwist dat zijn echtgenote van meet af aan bekend was met het bestaan van de oorspronkelijke overeenkomst. In de conclusie van dupliek uit de procedure bij de kantonrechter heeft de afnemer aangevoerd dat hij zijn echtgenote voor het eerst heeft ingelicht over het bestaan van de oorspronkelijke overeenkomst naar aanleiding van negatieve berichten in de media in maart 2002. In dit kader heeft de afnemer in de bij de kantonrechter overgelegde schriftelijke verklaring onder meer het volgende verklaard. De echtgenote van de afnemer deed het huishouden. Zij had geen bankpas van de rekening bij de ABN AMRO Bank die werd gebruikt voor de uitgaven binnen het huishouden. De afnemer gaf zijn echtgenote contact geld voor de boodschappen. Dat contante geld was afkomstig uit de winkel die de afnemer exploiteerde. Verder deed de afnemer de financiële administratie. Ook bekeek hij de belastingaangifte die door een boekhouder werd verzorgd. De afnemer en zijn echtgenote spraken over uitgaven die het huishouden aangingen, maar de financiën kwamen niet uitgebreid aan de orde. Verder heeft de echtgenote van de afnemer in de bij de kantonrechter overgelegde schriftelijke verklaring onder meer het volgende verklaard. De echtgenote wist niet dat de afnemer de oorspronkelijke overeenkomst had afgesloten. Tijdens een televisie-uitzending van Radar of Kassa heeft de afnemer de echtgenote voor het eerst verteld over de oorspronkelijke overeenkomst. De echtgenote deed de boodschappen en de afnemer deed alle overige betalingen. Zij had geen verstand van financiële administratie en opende de bankafschriften niet. Betalingen aan Dexia heeft de echtgenote nooit gezien. Alle post werd binnen het huishouden bij binnenkomst op de trap gelegd en daarna door de afnemer aan zijn bureau geopend.
4.De beslissing
dinsdag 4 november 2025laten weten hoeveel getuigen hij wil laten horen met opgave van de verhinderdagen van die getuigen, van partijen en van hun advocaten
over de maanden december 2025 en januari 2026;daarna stelt het hof de dag en het tijdstip van het verhoor vast; dat gebeurt ook als de opgave onvolledig is;