Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Feitelijke achtergrond
3.Vordering en procedures tot en met cassatie
- in het geding tussen Solidiam en [geïntimeerde] – het onderhavige geding – het bestreden vonnis vernietigd en de vordering tegen Solidiam alsnog afgewezen;
- in het geding tussen [geïntimeerde], [aandeelhouder/bestuurder 1], de erven [aandeelhouder/bestuurder 2] en Solid Assets het bestreden vonnis bekrachtigd voor zover gewezen tussen [geïntimeerde], [aandeelhouder/bestuurder 1] en de erven [aandeelhouder/bestuurder 2], en vernietigd voor zover gewezen tussen [geïntimeerde] en Solid Assets, en de vordering tegen Solid Assets alsnog toegewezen.
4.Procesverloop na cassatie en verwijzing
- de memorie na verwijzing van [geïntimeerde], met producties 41-59
- de memorie van antwoord na verwijzing van Solidiam, met producties 36-38
- de akte aan de zijde van [geïntimeerde] tot overlegging producties 60 en 61, tevens mededeling overlijden [geïntimeerde] (op [datum]).
5.Beoordeling na cassatie en verwijzing
(a) [geïntimeerde] was ten tijde van zijn betalingen wél bekend met Solid Assets als de door Solidiam tegenover SBZ aangewezen kopende partij van een deel van de SBZ- portefeuille;
(b) de betalingen door Zegveld zijn toegerekend aan de financiering van Barneveld, dat door Solid Assets is afgenomen, wat (voor de betaling van 5 oktober 2010) ook aan [geïntimeerde] bekend was;
(c) Solid Assets heeft de lening deels afgelost;
(d) [geïntimeerde] heeft Solid Assets rente over de lening (“uw lening bij de heer W. [geïntimeerde]”) gefactureerd, en Solid Assets heeft ook rente betaald;
(e) Solid Assets heeft de lening als eigen schuld in haar administratie verwerkt en in haar jaarrekeningen gepassiveerd;
(f) [geïntimeerde] heeft in januari 2013 opdracht gegeven tot incasso van zijn vordering op Solid Assets;
(g) [geïntimeerde] spreekt zichzelf tegen met diverse van zijn uit de procedure tegen de erven [aandeelhouder/bestuurder 2], [aandeelhouder/bestuurder 1] en Solid Assets afkomstige stellingen over wie zijn contractuele wederpartij is ter zake van de lening.
6.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 21 maart 2018, voor zover gewezen tussen Solidiam en [geïntimeerde];
- veroordeelt Solidiam in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerde] tot op heden begroot op € 36.473,21;
- wijst het meer of anders gevorderde af.