ECLI:NL:GHSHE:2016:5278
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing over verkoopwinst van onroerende zaken en aandelen in een BV door een in België woonachtige belanghebbende
In deze zaak gaat het om de belastingheffing over de verkoopwinst van onroerende zaken en aandelen in een BV door een in België woonachtige belanghebbende. De belanghebbende heeft in 2006 onroerende zaken verkocht aan een BV en is tevens enig aandeelhouder van deze BV. De juridische levering van de aandelen vond echter pas in 2007 plaats. De belanghebbende heeft in zijn aangifte voor het jaar 2006 een bedrag van € 110.951 aangegeven als resultaat uit het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen. De Inspecteur heeft de verkoopwinst belast, wat de belanghebbende betwist. Het geschil draait om de vraag of de verkoopwinst belast is en of het belastingverdrag tussen Nederland en België het heffingsrecht aan Nederland toewijst. Het Hof oordeelt dat in beide situaties het belastingverdrag de heffing aan Nederland toewijst. De belanghebbende heeft ook een verzoek gedaan om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn, wat het Hof toekent. De uitspraak van de Rechtbank wordt bevestigd, en de Staat wordt veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade en griffierecht aan de belanghebbende.