ECLI:NL:HR:1999:AA1062
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Roelvink
- A. Neleman
- J. Heemskerk
- F. Fleers
- M. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de wijziging van verhaalsbedragen in bijstandsprocedures
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 november 1999 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de Gemeente Steenbergen en een verweerder in cassatie. De Gemeente had eerder een beschikking van de Rechtbank te Breda verkregen, waarin werd bepaald dat de verweerder een bedrag van 1.836,11 per maand moest betalen voor bijstandsverlening aan zijn voormalige echtgenote. De verweerder had hiertegen geen verweer gevoerd, maar kwam later in verzet tegen deze beschikking. De Rechtbank wijzigde de eerdere beschikking, maar de Gemeente ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat de beschikking van de Rechtbank gedeeltelijk vernietigde en het verhaalsbedrag vaststelde op 10.000 gulden voor bepaalde periodes.
De Gemeente stelde cassatie in tegen de beschikking van het Hof. De Hoge Raad beoordeelde of het Hof de juiste procedurele regels had toegepast, met name met betrekking tot de toepasselijkheid van de Abw en de termijnen voor hoger beroep. De Hoge Raad oordeelde dat het verzoek van de verweerder tot wijziging van de beschikking als een nieuwe procedure moest worden aangemerkt, en dat de toepasselijke regels voor het verhaal van kosten van bijstand van toepassing waren. De Hoge Raad concludeerde dat de appeltermijn correct was toegepast en dat de Gemeente in haar cassatieberoep niet ontvankelijk was.
De Hoge Raad verwierp het beroep van de Gemeente en veroordeelde haar in de kosten van de procedure, die op dat moment waren begroot op 2.990 gulden. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige toepassing van de juiste procedurele regels in bijstandsprocedures en de gevolgen van het niet tijdig indienen van hoger beroep.