ECLI:NL:HR:2002:ZD2927
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Verlof tot overdracht van in beslag genomen stukken van overtuiging aan Duitse autoriteiten
In deze zaak gaat het om een verzoek om rechtshulp van de Bondsrepubliek Duitsland, waarbij stukken van overtuiging in beslag genomen onder de klaagster moeten worden overgedragen aan de verzoekende Staat. De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Haarlem, die op 13 maart 2000 verlof heeft verleend voor de overdracht van deze stukken. De klaagster, vertegenwoordigd door mr. J.M. Sjöcrona, heeft bezwaar gemaakt tegen de overdracht, omdat zij de in beslag genomen stukken niet heeft kunnen inzien. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de klaagster niet heeft aangegeven om welke specifieke stukken het gaat, waardoor haar verweer niet kan slagen. De rechter-commissaris had toestemming verleend aan Duitse opsporingsambtenaren om de in beslag genomen stukken te bestuderen, en de rechtbank oordeelde dat het verlof kon worden verleend onder de voorwaarden van het Wetboek van Strafvordering.
De Advocaat-Generaal Wortel heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot verwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam. De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank op juiste wijze heeft gehandeld door het verlof te verlenen, en dat er geen belemmeringen zijn die zich verzetten tegen de inwilliging van het rechtshulpverzoek. De klaagster heeft geen voldoende onderbouwd bezwaar gemaakt tegen de overdracht van de stukken, en de rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het verzoek om rechtshulp gegrond is op een verdrag, waardoor het verzoek zoveel mogelijk moet worden ingewilligd.
De Hoge Raad verwerpt het beroep van de klaagster, omdat de rechtbank niet onjuist heeft geoordeeld en de beslissing voldoende is gemotiveerd. De beschikking van de rechtbank blijft in stand, en de overdracht van de stukken aan de Duitse autoriteiten kan plaatsvinden onder de voorwaarden die zijn gesteld in het Wetboek van Strafvordering.