ECLI:NL:HR:2008:BF7409

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/00727
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussentijdse beëindiging van de schuldsanering wegens niet-nakoming van verplichtingen

In deze zaak gaat het om de tussentijdse beëindiging van de schuldsanering van verzoekster, die op 2 juni 2003 was uitgesproken. De rechter-commissaris heeft na verslag van de bewindvoerder voorgedragen om de schuldsaneringsregeling te beëindigen wegens niet-nakoming van verplichtingen door verzoekster. De rechtbank heeft op 12 oktober 2005 de schuldsaneringsregeling beëindigd en verzoekster in staat van faillissement verklaard. Verzoekster heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 3 februari 2006 de eerdere uitspraak heeft vernietigd en de duur van de schuldsanering heeft vastgesteld op vijf jaar, tot 2 juni 2008. De rechter-commissaris heeft op 11 juli 2007 opnieuw voorgedragen om de schuldsanering te beëindigen. De rechtbank heeft deze voordracht op 12 december 2007 afgewezen en het saneringsplan gewijzigd. Verzoekster heeft opnieuw hoger beroep ingesteld, maar het hof heeft op 8 februari 2008 de eerdere uitspraak bekrachtigd. Verzoekster heeft cassatie ingesteld tegen dit arrest. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 21 november 2008 geoordeeld dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden, en heeft het beroep verworpen. De beslissing is genomen zonder nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

21 november 2008
Eerste Kamer
08/00727
EV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoekster],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen.
Verzoekster zal hierna ook worden aangeduid als [verzoekster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Op 2 juni 2003 is ten aanzien van [verzoekster] de definitieve toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken met benoeming van een rechter-commissaris en een bewindvoerder.
De rechter-commissaris heeft, na verslag van de bewindvoerder, deze schuldsaneringsregeling voor beëindiging voorgedragen wegens niet-nakoming van de verplichtingen door [verzoekster].
Na mondelinge behandeling van de zaak waarbij [verzoekster] tegen het verzoek verweer heeft gevoerd, heeft de rechtbank bij vonnis van 12 oktober 2005 de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd en [verzoekster] in staat van faillissement verklaard, met benoeming van een rechter-commissaris en met aanstelling van een curator.
Tegen dit vonnis heeft [verzoekster] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Na mondelinge behandeling van de zaak heeft het hof bij arrest van 3 februari 2006 de uitspraak waarvan beroep vernietigd, de termijn welke de schuldsaneringsregeling van toepassing is vastgesteld op 5 jaar, te rekenen vanaf de dag van de uitspraak tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, derhalve tot 2 juni 2008 en verstaan dat de rechtbank te zijner tijd bij gelegenheid van de schuldsaneringsregeling alsnog zal bepalen of aan [verzoekster] de zogenoemde schone leiverklaring wordt verleend.
De rechter-commissaris heeft bij verzoek van 11 juli 2007 bij de rechtbank Amsterdam de zaak opnieuw voorgedragen voor beëindiging van de schuldsaneringsregeling.
De rechtbank heeft, na mondelinge behandeling, bij vonnis van 12 december 2007 de voordracht tot tussentijdse beëindiging afgewezen en het saneringsplan gewijzigd aldus dat de duur van de schuldsanering verkort wordt tot de datum van de uitspraak zonder toepassing van de "schone lei".
[Verzoekster] heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Na mondelinge behandeling heeft het hof bij arrest van 8 februari 2008 de uitspraak waarvan beroep bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof van 8 februari 2008 heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld.
Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, F.B. Bakels en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 21 november 2008.