ECLI:NL:HR:2010:BN6254
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen eerdere vonnissen en arrest inzake hoor en wederhoor
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 november 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. De eisers, de zuster en de moeder, hebben beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Arnhem, die in de periode van 2006 tot 2008 zijn gewezen. De zaak betreft de rechtsregel dat cassatiemiddelen in de cassatiedagvaarding moeten worden opgenomen en niet voor het eerst bij pleidooi in cassatie of in een schriftelijke toelichting mogen worden aangevoerd. Deze regel is gebaseerd op het beginsel van hoor en wederhoor, dat essentieel is voor een eerlijk proces zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep verworpen en de moeder en de zuster in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de zoon op nihil zijn begroot. De uitspraak is openbaar gedaan door de raadsheer E.J. Numann.