ECLI:NL:HR:2013:BY1880
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- A.H.T. Heisterkamp
- C.E. Drion
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van loodsen onder Arubaans recht en de toepassing van de Loodsenwet
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van loodsen onder Arubaans recht, specifiek in het kader van een aanvaring die plaatsvond op 31 maart 2005. Het motorschip ZIM Houston III, eigendom van de rechtspersoon MS Austria Schiffahrtsgesellschaft mbH & Co. KG, voer onder loodsaanwijzing de haven van Oranjestad binnen en kwam in aanvaring met een loodsboot en de kade. De schade die hierdoor aan het schip is ontstaan, vormt het onderwerp van deze cassatieprocedure. De Hoge Raad behandelt de vraag of de Arubaans Port Authority N.V. (APA) aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade aan het schip, veroorzaakt door de loods die in dienst was van APA. De vordering van Austria tot schadevergoeding van $ 517.380,75 is door de lagere rechtbanken afgewezen, omdat er geen opzet of grove schuld van de loods kon worden vastgesteld. Het hof oordeelde dat de loods slechts aansprakelijk is voor schade indien deze opzettelijk is veroorzaakt of er sprake is van grove schuld, conform de bepalingen van de Loodsenwet. De Hoge Raad bevestigt dit oordeel en verwerpt het cassatieberoep van Austria, waarbij de kosten van het geding in cassatie voor rekening van Austria komen. De uitspraak benadrukt de toepassing van het concordantiebeginsel en de interpretatie van de aansprakelijkheid van loodsen in overeenstemming met de Nederlandse wetgeving.