ECLI:NL:HR:2013:BY7925
Hoge Raad
- Cassatie
- C.A. Streefkerk
- M.A. Loth
- C.E. Drion
- Rechtspraak.nl
BOPZ-zaak betreffende machtiging tot voortgezet verblijf in psychiatrisch ziekenhuis en verzoek om second opinion
In deze zaak gaat het om een verzoek tot machtiging voor voortgezet verblijf van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis, zoals geregeld in artikel 15 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet BOPZ). Betrokkene heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 30 augustus 2012, waarin zijn verzoek om een second opinion werd afgewezen. De rechtbank had eerder een machtiging verleend op basis van een geneeskundige verklaring, maar betrokkene betwistte de diagnose en het gevaar dat van hem uitging. Hij stelde dat hij niet was gehoord door de psychiater en dat de geneeskundige verklaring onvoldoende was onderbouwd.
De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank onvoldoende gemotiveerd was ingegaan op het verzoek om een second opinion. De rechtbank had de afwijzing van dit verzoek niet voldoende onderbouwd, vooral gezien het feit dat er geen recent psychiatrisch onderzoek was verricht. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van de rechtbank en verwees de zaak terug voor verdere behandeling. De beslissing benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij het afwijzen van verzoeken tot nader onderzoek in situaties die leiden tot vrijheidsbeneming.
De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de eisen aan de motivering van de rechter bij het afwijzen van verzoeken om deskundigenonderzoek verduidelijkt. Dit is cruciaal in zaken die de vrijheid van individuen aangaan, vooral in het kader van psychiatrische zorg en behandeling.