“De rechtbank gaat bij de beoordeling van het onderhavige beklag uit van de navolgende feiten en omstandigheden:
1. onder klaagster is op 21 november 2018 op locatie [a-straat 1] te [plaats] een (groot) aantal goederen in beslag genomen (zie bijlage I voor de lijst van inbeslaggenomen goederen);
2. klaagster heeft geen afstand gedaan van hetgeen in beslag is genomen.
(…)
Overwegingen
De raadsman van klaagster heeft aangevoerd dat klagers (te weten: [klaagster 2] en [klager 1]) een normale baan hebben en daarnaast ook ondernemers c.q. ZZP-ers zijn. Hun computers, administratie en klantenbestanden zijn in beslaggenomen waardoor de voortzetting van hun ondernemingen nu onder grote druk zijn komen te staan. Klagers kunnen ook hun fiscale zaken niet regelen. Het is klagers niet bekend van welk strafbaar feit zij worden verdacht. Klagers nemen geen genoegen met deze gang van zaken en hebben recht op en belang bij de teruggave van deze goederen. Er is nooit afstand gedaan en het duurt allemaal onnodig lang, aldus de raadsman.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat ten aanzien van een groot aantal goederen er op dit moment nog een onderzoeksbelang is. Dat maakt dat het OM zich verzet tegen de teruggave van:
E.01.01.001 smartphone
E.01.02.001 mobiele telefoon
E.01.03.001 Ipad
E.01.05.001 camera
E.02.01.001 mobiele telefoon
E.02.01.003 simkaart
E.02.01.005 mobiele telefoon
E.02.01.006 mobiele telefoon
E.03.01.002 mobiele telefoon
E.03.01.003 mobiele telefoon
E.03.01.004 Iphone
E.04.01.002.001 navigatie.
Bovenstaande digitale gegevensdragers konden niet volledig worden uitgelezen. Aangezien er nog geen inhoudelijk onderzoek plaats heeft kunnen vinden aan deze goederen, is het onderzoeksbelang nog onverkort van kracht. Het onderzoek richt zich op communicatie tussen klagers en verdachten in het onderzoek.
Ter zitting heeft de officier van justitie aangegeven dat alle gegevensdragers (tussentijds) zullen worden teruggegeven als deze zijn onderzocht. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het klaagschrift voor wat betreft deze goederen vooralsnog ongegrond dient te worden verklaard.
Ook ten aanzien van de GPS tracker heeft de officier van justitie zich ter zitting verzet tegen teruggave. Hoewel het bezit ervan niet strafbaar is, moet onderzocht worden of deze is gebruikt bij het plegen van strafbare feiten.
Wat betreft de overige goederen op bijlage I en het geldbedrag van € 450,00 dient het klaagschrift volgens de officier van justitie niet-ontvankelijk te worden verklaard, omdat deze goederen en het geldbedrag zijn geretourneerd.
Ook de sleutels van Shurgard en All Safe (die vallen onder beslagcode E.02.01.008) zijn reeds teruggegeven (zie bijlage 7).
De rechtbank overweegt dat na verkregen machtiging van de rechter-commissaris te Den Haag een groot aantal huiszoekingen zijn gedaan in het kader van een grootschalig onderzoek dat zich richt op de verdenking dat [A] MC een criminele organisatie is. In dat kader zijn als verdachten [betrokkene 1] en [betrokkene 2] aangehouden. In hoger beroep zijn door het Gerechtshof te Den Haag geen ernstige bezwaren aangenomen voor voornoemde verdenking. Over de redenen dat bij klaagster en haar partner huiszoeking is gedaan is in het kader van het onderzoeksbelang geen mededeling gedaan. Klaagster is en wordt evenwel tot op de dag van vandaag niet als verdachte in dit onderzoek aangemerkt. Hetgeen van de zijde van het openbaar ministerie is aangevoerd rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank niet veel langer de conclusie dat het belang van strafvordering zich in dit geval verzet tegen de beëindiging van het beslag. Hoewel een groot aantal gegevensdragers in beslag is genomen en het begrijpelijkerwijs veel tijd kost om alles te doorzoeken is de rechtbank van oordeel dat het belang van klaagster bij teruggave van de gegevensdragers thans, na een halfjaar, zwaarder moet wegen. De rechtbank stelt een termijn van één maand waarbinnen het onderzoek dient te worden afgerond. De rechtbank zal het klaagschrift dan ook per 28 juni 2019 gegrond verklaren ten aanzien van de gegevensdragers waarover op 28 juni 2019 door het OM nog geen beslissing is genomen en de teruggave daarvan gelasten.
Wat betreft de overige goederen op bijlage I, het geldbedrag van 6 450,00 en de sleutels dient het klaagschrift niet-ontvankelijk te worden verklaard, omdat deze goederen en het geldbedrag zijn geretourneerd aan klaagster.
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beklag per 28 juni 2019 gegrond ten aanzien van de volgende goederen, indien daarover op 28 juni 2019 door het OM nog geen beslissing is genomen:
E.01.01.001 smartphone
E.01.02.001 mobiele telefoon
E.01.03.001 Ipad
E.01.05.001 camera
E.02.01.001 mobiele telefoon
E.02.01.003 simkaart
E.02.01.005 mobiele telefoon
E.02.01.006 mobiele telefoon
E.03.01.002 mobiele telefoon
E.03.01.003 mobiele telefoon
E.03.01.004 Iphone
E.04.01.002.001 navigatie
E.01.01.004 GPS tracker;
- gelast de teruggave van het inbeslaggenomene, te weten
E.01.01.001 smartphone
E.01.02.001 mobiele telefoon
E.01.03.001 Ipad
E.01.05.001 camera
E.02.01.001 mobiele telefoon
E.02.01.003 simkaart
E.02.01.005 mobiele telefoon
E.02.01.006 mobiele telefoon
E.03.01.002 mobiele telefoon
E.03.01.003 mobiele telefoon
E.03.01.004 Iphone
E.04.01.002.001 navigatie
E.01.01.004 GPS tracker;
aan klaagster, indien daarover op 28 juni 2019 door het OM nog geen beslissing is genomen;
- verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar beklag ten aanzien van de overige goederen op bijlage I, het geldbedrag van € 450,00 (bijlage 6), en de sleutels van Shurgard en All Safe (E.02.01.008).”