’’ ’’De rechtbank gaat bij de beoordeling van het onderhavige beklag uit van de navolgende feiten en omstandigheden:
’’ 1. onder klaagster is op 21 november 2018 op de locatie [h-straat 1] te [plaats] een (groot) aantal goederen in beslag genomen (zie beslaglijst die als bijlage I is gevoegd)
’’ 2. klaagster heeft geen afstand gedaan van hetgeen in beslag is genomen.
’’ (…)
’’
Overwegingen
’’ De raadsman van klaagster heeft aangevoerd dat klaagster geen verdachte is in deze zaak.
’’ Ook haar partner [betrokkene 6] is geen verdachte in deze zaak. Namens klaagster heeft de raadsman verzocht het klaagschrift gegrond te verklaren en te gelasten dat alle inbeslaggenomen goederen aan klaagster worden teruggegeven.
’’ Ter zitting heeft de raadsman aangevoerd dat aan klaagster een boete is opgelegd van € 400,00 voor de Tomos omdat deze gestolen bleek te zijn, zodat er sprake was van heling. Ten aanzien van deze Tomos dient te worden gehandeld alsof deze onttrokken is verklaard aan het verkeer.
’’ De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat ten aanzien van een aantal goederen er op dit moment nog een onderzoeksbelang is. Dat maakt dat het OM zich verzet tegen de teruggave van:
’’ P.02.02.002 mobiele telefoon
’’ P.04.02.001 mobiele telefoon met oplader
’’ P.02.03.005 navigatiesysteem
’’ P.04.03.001 mobiele telefoon
’’ P.05.01.002 mobiele telefoon.
’’ Bovenstaande digitale gegevensdragers konden niet volledig worden uitgelezen. Aangezien er nog geen inhoudelijk onderzoek plaats heeft kunnen vinden aan deze goederen, is het onderzoeksbelang nog onverkort van kracht. Het onderzoek richt zich op communicatie tussen klagers en verdachten in het onderzoek.
’’ Ter zitting heeft de officier van justitie aangegeven dat alle gegevensdragers (tussentijds) zullen worden teruggegeven als deze zijn onderzocht. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het klaagschrift voor wat betreft deze goederen vooralsnog ongegrond dient te worden verklaard.
’’ Wat betreft de overige goederen op bijlage I dient het klaagschrift volgens de officier van justitie niet-ontvankelijk te worden verklaard, omdat deze goederen en het geldbedrag (te weten een bedrag van € 350,00) zijn geretourneerd aan klaagster.
’’ De rechtbank overweegt dat na verkregen machtiging van de rechter-commissaris te Den Haag een groot aantal huiszoekingen zijn gedaan in het kader van een grootschalig onderzoek dat zich richt op de verdenking dat [A] MC een criminele organisatie is. In dat kader zijn als verdachten [betrokkene 1] en [betrokkene 2] aangehouden. In hoger beroep zijn door het Gerechtshof te Den Haag geen ernstige bezwaren aangenomen voor voornoemde verdenking. Over de redenen dat bij klaagster huiszoeking is gedaan is in het kader van het onderzoeksbelang geen mededeling gedaan. Klaagster is en wordt evenwel tot op de dag van vandaag niet als verdachte in dit onderzoek aangemerkt. Hetgeen van de zijde van het openbaar ministerie is aangevoerd rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank niet veel langer de conclusie dat het belang van strafvordering zich in dit geval verzet tegen de beëindiging van het beslag. Hoewel een groot aantal gegevensdragers in beslag is genomen en het begrijpelijkerwijs veel tijd kost om alles te doorzoeken is de rechtbank van oordeel dat het belang van klaagster bij teruggave van de gegevensdragers thans, na een halfjaar, zwaarder moet wegen. De rechtbank stelt een termijn van één maand waarbinnen het onderzoek dient te worden afgerond. De rechtbank zal het klaagschrift dan ook per 28 juni 2019 gegrond verklaren ten aanzien van de gegevensdragers waarover op 28 juni 2019 door het OM nog geen beslissing is genomen en de teruggave daarvan gelasten.
’’ De rechtbank is van oordeel dat het belang van strafvordering zich verzet tegen de teruggave van P.03.02.001 (Tomos [kenteken 3]) aan klaagster. De rechtbank overweegt dat het beslag dient voort te duren omdat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de rechter, later oordelend, hetgeen in beslag is genomen zal verbeurd verklaren of onttrekken aan het verkeer. Het klaagschrift zal derhalve ten aanzien van P.03.02.001 (Tomos [kenteken 3]) ongegrond worden verklaard.
’’ Wat betreft de overige goederen op de beslaglijst die als bijlage I is gevoegd en het geldbedrag van € 350,00 dient klaagster niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar beklag, omdat deze goederen zijn geretourneerd aan klaagster.
’’
Beslissing
’’ De rechtbank:
’’ - verklaart het beklag per 28 juni 2019 gegrond ten aanzien van de volgende goederen, indien daarover op 28 juni 2019 door het OM nog geen beslissing is genomen:
’’ P.02.02.002 mobiele telefoon
’’ P.04.02.001 mobiele telefoon met oplader
’’ P.02.03.005 navigatiesysteem
’’ P.04.03.001 mobiele telefoon
’’ P.05.01.002 mobiele telefoon;
’’ - gelast de teruggave van het inbeslaggenomene, te weten:
’’ P.02.02.002 mobiele telefoon
’’ P.04.02.001 mobiele telefoon met oplader
’’ P.02.03.005 navigatiesysteem
’’ P.04.03.001 mobiele telefoon
’’ P.05.01.002 mobiele telefoon.
’’ aan klaagster, indien daarover op 28 juni 2019 door het OM nog geen beslissing is genomen;
’’ -verklaart het beklag ongegrond ten aanzien van:
’’ P.03.02.001 Tomos [kenteken 3];
’’ -verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar beklag ten aanzien van de overige goederen op de beslaglijst en het geldbedrag van € 350,00.”