Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 9 september 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
Inleiding
Conclusie
het beroep ongegrond is. De ligplaatsvergunningen zijn schaars. Het standpunt van het college dat voorkomen moet worden dat een ligplaats wordt ingenomen door een passagiersvaartuig met een ligplaatsvergunning zonder dat voor dat vaartuig een geldige exploitatievergunning is verleend, is evenredig in verhouding tot de ermee te dienen doelen. De bepaalde duur van de ligplaatsvergunningen mag worden gekoppeld aan de duur van de exploitatievergunningen. Het college was dan ook bevoegd om de ligplaatsvergunningen te wijzigen van onbepaalde tijd naar bepaalde tijd, onder vermelding van de einddatum van de vergunning. Hierna legt de rechtbank nader uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Leeswijzer
Totstandkoming van het besluit
- 10 onbemande vaartuigen op de locatie [locatie 3] met als einddatum 1 maart 2024;
- 8 onbemande vaartuigen op de locatie [locatie 4] met als einddatum
- 8 onbemande vaartuigen op de locatie [locatie 7] met als einddatum 1 maart 2030.
- 8 onbemande vaartuigen op de locatie [locatie 8] met als einddatum