Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 april 2024;
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie;
- de conclusie van repliek tevens conclusie van antwoord in reconventie;
- de conclusie van dupliek tevens conclusie van repliek in reconventie;
- conclusie van dupliek in reconventie.
2.De feiten
3.De vordering en het verweer in conventie en in reconventie
4.De beoordeling van de vorderingen in conventie en in reconventie
Bij de beoordeling of de stellingen voldoende concreet en onderbouwd zijn en of het verweer voldoende gemotiveerd is weegt mee dat beide partijen al zeer lange tijd – in elk geval sinds de opt-out door [gedaagde] in 2007 – weten dat over de totstandkoming van de overeenkomst en de afwikkeling daarvan een gerechtelijke procedure gevoerd zal (kunnen) worden, zodat van hen verlangd mag worden de voor hun procespositie relevante informatie en stukken te hebben verzameld en bewaard.
- een kopie van het aanvraagformulier van 9 mei 2000 op naam van [gedaagde] , voorzien van het logo van PMA Consultancy en de naam Bank Labouchere en waarop [adviseursnummer] is ingevuld,
[adviseursnummer] -PMA Consultancy B.V.,
-een kopie van een brief van april 2000 gericht aan [gedaagde] , afkomstig van [naam 1] , voorzien van het logo van PMA Consultancy, waarin het Profit Effect wordt aangeprezen en wordt verwezen naar een bijgesloten brochure,
conclusie4.18. Uit het voorgaande volgt dat [gedaagde] niets meer aan Dexia is verschuldigd en dat niet ten volle kan worden vastgesteld dat Dexia niets meer aan [gedaagde] is verschuldigd. Wat Dexia nog wel aan [gedaagde] is verschuldigd, kunnen partijen inmiddels berekenen. De voor vergoeding in aanmerking komende schade bestaat uit de door de afnemer betaalde inleg (termijnbetalingen en eventuele aflossingen) en het niet vergoede gedeelte van de (fictieve) restschuld. Daarnaast dient rekening gehouden te worden met te verrekenen genoten voordelen, waaronder daadwerkelijk ontvangen dividenduitkeringen, fiscale voordelen en een eventueel in aanmerking te nemen batig saldo uit voorgaande overeenkomsten. Een en ander volgens het door Dexia overgelegde financiële overzicht waarvan de juistheid door [gedaagde] niet of onvoldoende gemotiveerd is betwist. Niet in geschil is dat het fiscaal voordeel € 2.057,15 bedraagt. In het geval reeds eerder een schadevergoeding door Dexia is betaald, geldt ten aanzien van de verrekening daarvan hetgeen is overwogen in de beslissing van de Rechtbank Amsterdam van 25 november 2021 (ECLI:NL:RBAMS:2021:7910). De wettelijke rente is verschuldigd over het door Dexia te restitueren bedrag volgens de uitgangspunten als geformuleerd in HR 1 mei 2015 (ECLI:NL: HR:2015:1198) en HR 3 februari 2017 (ECLI:NL:HR:2017:164). Een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten is niet aan de orde. Niet gebleken is dat er meer of andere werkzaamheden aan de orde zijn geweest dan die, welke genoemd zijn in het arrest van de Hoge Raad van 12 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:590.
€ 135,00