Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting.
pro forma), 1, 6, 7, 12, 13, 15 en 19 februari 2018 (
inhoudelijk).
2.De tenlastelegging.
- [slachtoffer 1] in de periode van19 oktober 2011 tot en met 19 november 2011 (feit 1);
- [slachtoffer 2] in de periode van 1 november 2012 tot en met 13 maart 2013 (feit 2);
- [slachtoffer 3] in de periode van 1 oktober 2012 tot en met 1 januari 2013 (feit 3);
- [slachtoffer 4] in de periode van 1 januari 2013 tot en met 28 februari 2013 (feit 4);
- [slachtoffer 5] in de periode van 1 augustus 2011 tot en met 8 april 2012 (feit 5);
- [slachtoffer 6] in de periode van 30 november 2012 tot en met 24 december 2012 (feit 7);
- [slachtoffer 7] in de periode van 1 januari 2013 tot en met 2 februari 2013 (feit 8).
3.Ontvankelijkheid openbaar ministerie.
de gelijkheid van de materiële feiten, zijnde het bestaan van een geheel van concrete omstandigheden die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden, ongeacht de juridische kwalificatie van deze feiten of het beschermde belang.
in Belgiëzijn gepleegd. De aan de rechtbank voorliggende verdenking betreft die van mensenhandel ten aanzien van dezelfde dames gepleegd in Nederland en/of Hongarije in zoals gezegd een deels overlappende periode.
4.Bewijsoverwegingen.
- medeplegen feit 1 ( [slachtoffer 2] );
- medeplegen feit 2, sub 1, 3, 4 en 9 ( [slachtoffer 6] );
- medeplegen feit 3, sub 1, 4, 6 en 9 ( [slachtoffer 3] );
- feit 4, sub 1, 4, 6 en 9 ( [slachtoffer 4] );
- medeplegen feit 5, sub 6 en 9 ( [slachtoffer 5] );
- feit 6, ten aanzien van mensenhandel en witwassen (Criminele organisatie);
- medeplegen feit 7 ( [slachtoffer 7] ).
- feit 2, sub 6 ( [slachtoffer 6] );
- feit 3, sub 3 ( [slachtoffer 3] );
- feit 4, medeplegen en sub 3 ( [slachtoffer 4] );
- feit 5, sub 1, 3 en 4 ( [slachtoffer 5] );
- feit 6, ten aanzien van mishandeling en bedreiging (Criminele organisatie).
[slachtoffer 7] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 6] . Met hen waren soortgelijke afspraken gemaakt. De moeder van [slachtoffer 2] heeft bovendien verklaard dat, nadat [slachtoffer 2] was teruggekeerd uit Nederland, [medeverdachte 2] , met zijn vrouw [verdachte] aan de deur kwam. Hierbij werd [slachtoffer 2] gezegd dat zij € 100 moest betalen, ook al was zij niet in Nederland.
was een verademing in vergelijking met de 50/50 regeling.” [50]
het superhoge inkomen dat ze beloofden, toch een ander verhaal bleek.”[verdachte] en de hare zeiden dat andere meisjes net naar hun land waren gegaan en dat zij dus meer geld zou kunnen verdienen en dat zij dus geen spijt zou krijgen als zij bleef. Ze probeerden haar met woorden op andere ideeën te brengen, aldus aangeefster. [100] Desgevraagd heeft [slachtoffer 7] verklaard dat zij de tegenvallende verdiensten niet eerder ter sprake had gebracht
. “Als je in een vreemd land zit met bajesklanten zeg je geen nee”, aldus aangeefster. [101]
- [medeverdachte 5] en [medeverdachte 8] : [naam] , [slachtoffer 3] en [naam] ;
- [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] : [naam] , [slachtoffer 4] en [naam] ;
- [medeverdachte 2] en [verdachte] : [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ;
- [medeverdachte 7] en [medeverdachte 6] : [naam] .
[slachtoffer 1]hoorde bij [medeverdachte 1] . Zij waren samen. [slachtoffer 1] werkte voor [medeverdachte 1] , daarom regelde zij hun zaken samen, buiten onze aanwezigheid. Ik regelde mijn zaken met [medeverdachte 3] ook niet in aanwezigheid van een ander.(…)
We hebben daarover gesproken met [medeverdachte 3] en haar man en zij zeiden dat het onze zaken waren en dat de zaken van [slachtoffer 1] [medeverdachte 1] aangaan.”en op de verklaring van [slachtoffer 5] bij de politie: [129] “Elk meisje hoorde bij een bepaalde vrouw. En degene met wie je was bepaalde eigenlijk de werktijden en daar kon je ook terecht met problemen of geldzaken.”
slechts€ 100 per dag moesten afdragen.
- werven
- vervoeren
- organiseren van huisvesting en tewerkstelling
- controleren
- werven
- vervoeren
- organiseren van huisvesting en tewerkstelling
- controleren
- werven
- vervoeren
- organiseren van huisvesting en tewerkstelling
- controleren
- werven
- vervoeren
- organiseren van huisvesting en tewerkstelling
- controleren
- werven
- vervoeren
- organiseren van huisvesting en tewerkstelling
- werven
- vervoeren
- organiseren van huisvesting en tewerkstelling
- controleren
- werven
- vervoeren
- organiseren van huisvesting en tewerkstelling
- controleren
- verdiensten doorsluizen
- koken tegen betaling
- werven
- vervoeren
- organiseren van huisvesting en tewerkstelling
- controleren
- verdiensten doorsluizen
- organiseren van huisvesting en tewerkstelling
- controleren
- verdiensten doorsluizen
5.De bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde.
7.De strafbaarheid van de verdachte.
8.De strafoplegging.
9.De vorderingen van de benadeelde partijen / de schadevergoedingsmaatregel.
- [slachtoffer 1] (feit 1), met een vordering ten bedrage van € 11.540,00, bestaande uit materiële schade (€ 6.540,00) en immateriële schade (€ 5.000,00);
- [slachtoffer 2] (feit 2), met een vordering ten bedrage van € 10.000,00, bestaande uit materiële schade;
- [slachtoffer 3] (feit 3), met een vordering ten bedrage van € 7.500,00, bestaande uit materiële schade;
- [slachtoffer 4] (feit 4), met een vordering ten bedrage van € 3.000,00, bestaande uit materiële schade;
- [slachtoffer 7] (feit 8), met een vordering ten bedrage van € 1.690,00, bestaande uit materiële schade.
[slachtoffer 2]voor wat betreft het overige gevorderde bedrag (materieel) niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
[slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 7](gedeeltelijk) worden toegewezen, zal de verdachte tevens worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met de vorderingen hebben gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moeten maken.
[slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 7]naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door deze feiten is toegebracht, zal de rechtbank aan de verdachte hoofdelijk de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het hiervoor genoemde toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente daarover, ten behoeve van de desbetreffende slachtoffers.
10.De toepasselijke wetsartikelen.
11.De beslissing.
31 (eenendertig) MAANDEN;
[slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 7](gedeeltelijk) toe en veroordeelt de verdachte
hoofdelijkom tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan:
- [slachtoffer 2] : een bedrag van € 9.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 26 januari 2018;
- [slachtoffer 3] : een bedrag van € 7.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 18 januari 2018;
- [slachtoffer 7] : een bedrag van € 1.690,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 18 januari 2018;
hoofdelijkin de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
[slachtoffer 2]voor het overige niet ontvankelijk is in de vordering;
hoofdelijkop de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van:
- € 9.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 26 januari 2018, ten behoeve van [slachtoffer 2] ;
- € 7.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 18 januari 2018, ten behoeve van [slachtoffer 3] ;
- € 1.690,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 18 januari 2018, ten behoeve van [slachtoffer 7] ;
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 4]niet-ontvankelijk in de vorderingen;
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 4]in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen die vorderingen gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
van1 november 2012 tot en met
13 maart2013 te Den Haag en/of elders in Nederland en/of in Hongarije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
van 1 januari tot en met 28 februari 2013te Den Haag en/of elders in Nederland
en/of in Hongarije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(groot)deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem verdachte en/of zijn mededader(s) af te staan en/of af te dragen en/of
van 1 augustus2011 tot en met 8 april 2012 te Den Haag en/of elders in Nederland
en/of in Hongarije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
van 1 januaritot en met
2februari 2013 te Den Haag en/of elders in Nederland en/of in Hongarije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,