Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 23 maart 2022 in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 20 november 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aan eiser verleende verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd met terugwerkende kracht ingetrokken per 8 februari 2014. Aan eiser wordt niet ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd of uitstel van vertrek verleend. Eiser moet Nederland onmiddellijk verlaten en aan hem wordt een inreisverbod opgelegd voor de duur van tien jaren.
Overwegingen
veroordelingenvanwege een door eiser gepleegd misdrijf. Anders dan eiser betoogt gaat het dus niet over het toekomstig
plegenvan misdrijven. Deze waarschuwing ziet dus niet zozeer op het gedrag van eiser, maar op nieuwe strafrechtelijke ontwikkelingen. Er is dan ook geen sprake van een toezegging of andere uitlating van de zijde van verweerder waaruit eiser redelijkerwijs kon en mocht afleiden dat de eerder gepleegde misdrijven waarvoor hij nog niet was veroordeeld hem later niet alsnog zouden worden tegengeworpen.
onbepaaldetijd gekeken moet worden naar de grondslag waarop de daaraan voorafgaande verblijfsvergunning asiel voor
bepaaldetijd is verleend. [2]
a, van de Vw 2000, terwijl het in de situatie van eiser gaat over het weigeren van een verblijfsvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder
b, van de Vw 2000, waar artikel 3.105e van het Vb 2000 op ziet. Op grond van dit artikel, voor zover hier relevant, wordt aan de vreemdeling die aannemelijk heeft gemaakt dat zijn aanvraag is gegrond op omstandigheden die de rechtsgrond voor verlening, bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 een verblijfsvergunning verleend, tenzij er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat (b.) de vreemdeling een ernstig misdrijf heeft gepleegd.
- de vreemdeling is veroordeeld tot een gevangenisstraf, of aan hem een vrijheidsbenemende maatregel is opgelegd;
- de opgelegde straf of maatregel bedraagt in totaal tenminste zes maanden; en
- in ieder geval één van de veroordelingen heeft betrekking op een misdrijf dat naar zijn aard een gevaar voor de gemeenschap oplevert.
- bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
- handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
- mishandeling, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, begaan tegen zijn levensgezel, meerdere malen gepleegd;
- poging tot zware mishandeling; en
- bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, bedreiging met brandstichting en bedreiging met verkrachting.