Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 juli 2023 in de zaken tussen
[eiseres] , v-nummer: [nummer] , eiseres
[kind 2]samen: eisers
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 7 juli 2023, zijn de beroepen van eisers tegen het niet in behandeling nemen van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvragen niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van deze aanvragen volgens de Dublinverordening. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard, wat betekent dat de beslissing van de staatssecretaris in stand blijft.
De rechtbank heeft de argumenten van eisers tegen het niet in behandeling nemen van hun aanvragen beoordeeld. Eisers voerden aan dat de staatssecretaris ten onrechte geen registertolk had ingezet tijdens hun aanmeldgehoor, wat hun belangen zou hebben geschaad. De rechtbank oordeelde echter dat de staatssecretaris voldoende had gemotiveerd waarom er geen registertolk beschikbaar was en dat er geen miscommunicatie had plaatsgevonden.
Daarnaast betoogden eisers dat er in Frankrijk sprake was van structurele tekortkomingen in de asielprocedure en de zorg- en opvangvoorzieningen, waardoor het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet kon worden toegepast. De rechtbank volgde het standpunt van de staatssecretaris en oordeelde dat eisers onvoldoende aannemelijk hadden gemaakt dat er in Frankrijk een reëel risico bestond op onmenselijke of vernederende behandeling. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had overwogen dat er geen redenen waren om individuele garanties aan Frankrijk te vragen en dat de belangen van de minderjarige kinderen van eisers voldoende waren betrokken in de besluitvorming.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de beroepen van eisers ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk kregen en geen vergoeding van proceskosten ontvangen.