In deze zaak heeft verzoekster, die een uitkering ontving op grond van de Ziektewet, het Uwv verzocht om schadevergoeding wegens een vermeende fout bij het inhouden van loonheffing. Het Uwv heeft dit verzoek afgewezen, stellende dat er geen schade was, omdat de naheffingsaanslagen die verzoekster ontving geen financieel nadelige gevolgen hadden. De rechtbank heeft op 25 september 2023 geoordeeld dat zij onbevoegd is om het verzoek te behandelen, omdat er geen onrechtmatig besluit of onrechtmatige voorbereidingshandelingen aan het verzoek ten grondslag lagen. De rechtbank heeft daarbij benadrukt dat verzoekster haar schade alleen kan vorderen bij de burgerlijke rechter. De rechtbank heeft ook bepaald dat het door verzoekster betaalde griffierecht van € 50,- moet worden terugbetaald, aangezien de bestuursrechter niet bevoegd was om kennis te nemen van het verzoek. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.