Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , V-nummer: [nummer] , eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
- Identiteit, nationaliteit en herkomst;
- Geloofsgroei tot het christendom.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn herhaalde asielaanvraag beoordeeld. Eiser, met de Iraanse nationaliteit, heeft op 16 november 2022 een opvolgende aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 10 oktober 2024 afgewezen als kennelijk ongegrond, met handhaving van een eerder terugkeerbesluit en inreisverbod. De rechtbank heeft de zaak op 15 november 2024 en 16 april 2025 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als de minister aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de minister zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de huidige verklaringen van eiser over zijn geloofsgroei geen nieuw inzicht bieden ten opzichte van eerdere verklaringen. De rechtbank concludeert dat de verklaringen van eiser te algemeen zijn en onvoldoende specifiek ingaan op zijn persoonlijke geloofsbeleving. Eiser heeft niet overtuigend aangetoond dat er sprake is van een diepgaande verandering in zijn geloof. De rechtbank wijst erop dat de minister de geloofsgroei van eiser als ongeloofwaardig heeft beoordeeld, en dat er geen gegronde vrees voor vervolging bij terugkeer naar Iran bestaat. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvraag, waardoor eiser onmiddellijk moet terugkeren naar Iran.