Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], V-nummer: [nummer], eiseres
[naam 3], V-nummer [nummer 3],
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiseres, die samen met haar minderjarige kinderen een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiseres is het hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld. De rechtbank heeft op 8 mei 2025 de zaak behandeld, maar eiseres en haar gemachtigde zijn niet verschenen. De rechtbank concludeert dat de minister terecht heeft gesteld dat Bulgarije de internationale verplichtingen nakomt en dat de minister in het kader van artikel 17 van de Dublinverordening voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van de kinderen. Eiseres heeft niet aangetoond dat de overdracht aan Bulgarije onevenredig hard zou zijn. De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is en dat eiseres geen recht heeft op proceskostenvergoeding.