AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Herziening en intrekking van bijstand wegens op geld waardeerbare activiteiten in autohandel
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan over de herziening en intrekking van bijstand aan eiser, die betrokken was bij autohandel. Eiser ontving sinds 24 oktober 2018 bijstand, maar het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen heeft zijn bijstand herzien en teruggevorderd over een bepaalde periode, omdat eiser op geld waardeerbare activiteiten zou hebben verricht zonder dit te melden. Eiser heeft tegen deze besluiten beroep ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet voldoende duidelijkheid heeft verschaft over zijn activiteiten en inkomsten, en dat hij de wettelijke inlichtingenverplichting heeft geschonden. De rechtbank oordeelt dat het college terecht de bijstand heeft ingetrokken per 14 juni 2023 en de aanvragen voor nieuwe bijstand heeft afgewezen. Eiser krijgt geen gelijk in zijn beroep, en de rechtbank verklaart de beroepen ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en het naleven van de inlichtingenverplichting voor bijstandsontvangers.
Voetnoten
1.Eiser stelt dat hem nog een bedrag van € 518,12 moet worden nabetaald over de maand juni 2023.
2.Een eendagskenteken is een kenteken dat maar voor één dag geldig is, zodat een te keuren auto verzekerd kan worden voordat daarmee naar een keuringsstation van de Rijksdienst voor het Wegverkeer gereden kan worden.
3.Op grond van artikel 54, eerste lid, van de Participatiewet (Pw).
4.Gecorrigeerd bij brief van 11 oktober 2023.
5.Het college heeft eerst bij besluit van 22 juni 2023 besloten tot opschorting van de bijstand.
6.Eiser heeft meerdere hersenbloedingen gehad, waarvan tenminste één vóór de in deze procedures betrokken periodes.
8.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 8 januari 2019 van de Centrale Raad van Beroep, ECLI:NL:CRVB:2019:27. 9.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 14 januari 2014 van de Centrale Raad van Beroep, ECLI:NL:CRVB:2014:236. 10.Het van belang zijnde juridische kader is in een bijlage opgenomen.
11.Als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Pw.
12.De datum van het primaire besluit waarmee de aanvraag van 3 augustus 2023 is afgewezen.
13.De datum van het primaire besluit waarmee de aanvraag van 11 oktober 2023 is afgewezen.
14.Zie bijvoorbeeld de volgende uitspraken van de Centrale Raad van Beroep:
15.Het ongedateerde rapport van de SR, opgesteld na de aanvraag van 3 augustus 2023, het rapport van 3 oktober 2023 van de SR en het rapport van 15 november 2023 van de SR.