ECLI:NL:RBGEL:2025:4441

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 juni 2025
Publicatiedatum
12 juni 2025
Zaaknummer
11295849
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake effectenleaseovereenkomsten tussen eiser en Dexia Nederland B.V.

In deze zaak, die betrekking heeft op effectenleaseovereenkomsten, heeft de kantonrechter op 18 juni 2025 uitspraak gedaan. De eiser, vertegenwoordigd door mr. G. van Dijk van Leaseproces, heeft Dexia Nederland B.V. aangeklaagd wegens onrechtmatig handelen en vorderingen ingesteld met betrekking tot verschillende leaseovereenkomsten. De eiser heeft onder andere gevorderd dat Dexia de registratie bij het BKR zou doorhalen en schadevergoeding zou betalen voor de geleden verliezen. Dexia heeft verweer gevoerd en een tegenvordering ingesteld, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld door de eiser als cliënt te accepteren, terwijl de tussenpersoon geen vergunning had voor het geven van financieel advies. De rechter heeft vastgesteld dat er sprake is van huurkoop en dat Dexia haar zorgplicht heeft geschonden. De vorderingen van de eiser zijn grotendeels toegewezen, inclusief de schadevergoeding van € 4.751,07, vermeerderd met wettelijke rente. Dexia is ook veroordeeld om binnen veertien dagen de BKR-registratie te laten doorhalen, op straffe van een dwangsom. De proceskosten zijn gecompenseerd.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK Gelderland
Zittingsplaats Apeldoorn
Zaaknummer: 11295849 EL 24-19
vonnis van de kantonrechter van 18 juni 2025
in de zaak van
[eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] ,
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie in de hoofdzaak,
verwerende partij in reconventie in de hoofdzaak en in het incident,
gemachtigde: mr. G. van Dijk, Leaseproces,
tegen
de besloten vennootschap DEXIA NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak,
eisende partij in reconventie in de hoofdzaak en in het incident,
gemachtigde: USG Legal Professionals.
Partijen worden hierna [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] en Dexia genoemd.

1.1. De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 26 juli 2024;
  • de incidentele vordering ex artikel 843a Rv tevens houdende conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie;
  • de conclusie van antwoord in het incident tevens houdende repliek in conventie en van antwoord in reconventie;
  • de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie;
  • de conclusie van dupliek in reconventie, tevens akte uitlating producties;
1.2.
Ten slotte is partijen meegedeeld dat vonnis wordt gewezen.

2.De feiten

2.1.
[eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] heeft de volgende leaseovereenkomsten (verder: de overeenkomsten) ondertekend waarop hij als lessee stond vermeld, met als wederpartij (de rechtsvoorgangster van) Dexia:
Nr.
Contractnr.
Datum
Naam overeenkomst
I.
2000583
1996
Security Effect
II.
50000220
1997
Click Effect
III.
20006860
1998
Capital Effect
IV.
20011562
1998
Capital Effect
V.
22400040
01-02-2001
Capital Effect
2.2.
Dexia heeft met betrekking tot de overeenkomsten eindafrekeningen opgesteld
De eindafrekening van de overeenkomst met nummer 22400040 dateert van 8 maart 2005 en laat een negatief resultaat zien van € 2.702,60.
2.3.
Volgens opgave van Dexia heeft [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] op grond van de overeenkomsten – al dan niet bij wijze van vooruitbetaling – in totaal een bedrag van € 12.391,85 aan maandtermijnen en een bedrag van € 2.015,19 wegens restschuld aan Dexia betaald.
2.4.
De gemachtigde van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] , Leaseproces, heeft bij brief van 22 september 2025 de nietigheid, vernietiging, dan wel ontbinding van de overeenkomst met nummer 22400040 ingeroepen op grond van misbruik van omstandigheden, wanprestatie, dwaling, onrechtmatige daad en/of misleidende reclame. Tevens wordt het recht voorbehouden daartoe ook andere gronden nog aan te voeren.
3. De vorderingen en verweren in de hoofdzaak en in het incident in conventie en in reconventie
3.1.
[eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] vordert (samengevat) dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- voorwaardelijk:
 Dexia ex artikel 843aRv zal veroordelen de aanvraagformulieren en haar versie van de ondertekende overeenkomsten met contractnummers 20011562 en 22400040 aan [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] te verstrekken,
- onvoorwaardelijk:
 voor recht zal verklaren dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] en/of toerekenbaar is tekort geschoten,
 voor recht zal verklaren dat [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] schade heeft geleden als gevolg van het onrechtmatig handelen van Dexia en Dexia gehouden is die schade te vergoeden,
 Dexia zal veroordelen om binnen twee weken te bewerkstelligen dat de registratie bij het BKR wordt doorgehaald, op straffe van verbeurte van een dwangsom,
 Dexia zal veroordelen tot voldoening aan [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] van al datgene dat [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] aan Dexia heeft betaald onder de overeenkomst, vermeerderd met de wettelijke rente daarover,
 voor recht zal verklaren dat [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] de door Dexia gevorderde restschuld niet verschuldigd is,
 Dexia zal veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] , met rente,
 Dexia zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten, met rente.
3.2.
Dexia voert verweer tegen de vorderingen. Het verweer mondt uit in een tegenvordering, waarbij Dexia vordert (samengevat) dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- in het incident:
 [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] ex artikel 843a Rv zal veroordelen om aan Dexia een afschrift te verstrekken van het intakeformulier waar de door Leaseproces namens [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] in deze procedure ingenomen feitelijke stellingen aan zijn ontleend,
- in de hoofdzaak:
 voor recht zal verklaren dat Dexia na betaling van een bedrag van € 799,68, te vermeerderen met wettelijke rente niets meer aan [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] verschuldigd is met betrekking tot de tussen haar en [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] gesloten overeenkomsten met de nummers 02000583, 20006860, 20011562, 22400040 en 50000220 en aan al haar verplichtingen heeft voldaan,
 [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] zal veroordelen in de proceskosten.
3.3.
Op de stellingen en verweren van partijen zal voor zover nodig hierna nader worden ingegaan.
4. Beoordeling van de vorderingen in conventie en in reconventie in de hoofdzaak en in het incidentalgemeen4.1. Het gaat in deze zaak om een financieel product dat tussen 1990 en 2003 in Nederland ongeveer één miljoen keer is verkocht, namelijk een effectenleaseovereenkomst. Kenmerk van dit product is, dat de afnemer van het product met geleend geld belegt. Na het instorten van de aandelenmarkt zijn vele afnemers geconfronteerd met restschulden en andere verliezen. In de afgelopen 15 à 20 jaar zijn in Nederland hierover duizenden procedures gevoerd, waarbij Dexia vaak één van de procespartijen was. Door belangenbehartigers van afnemers en vertegenwoordigers van aanbieders van deze producten is, in het kader van de WCAM, een regeling getroffen, die bij beschikking van het Gerechtshof Amsterdam van 25 januari 2007 algemeen verbindend is verklaard. Enkele tienduizenden afnemers hebben deze regeling niet geaccepteerd en tijdig een opt-out-verklaring ingediend, onder wie [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] .
4.2.
De procedures hebben geleid tot veel jurisprudentie, waaronder verschillende richtinggevende arresten van de Hoge Raad. Deze jurisprudentie is bij de gemachtigden van partijen bekend. [1] Deze jurisprudentie wordt bij de beoordeling van de vorderingen als leidraad genomen. Door partijen zijn geen (althans onvoldoende) bijzondere omstandigheden gesteld die in deze zaak een afwijking daarvan rechtvaardigen.
4.3.
Toepassing van deze jurisprudentie leidt in het onderhavige geval tot de volgende conclusies:
er is sprake van huurkoop;
er is geen sprake van dwaling, misleidende reclame en/of misbruik van omstandigheden; evenmin is er sprake van (ver)nietig(baar)heid krachtens de Wck;
Dexia heeft haar bijzondere zorgplichten geschonden, in elk geval de waarschuwingsplicht, en daardoor onrechtmatig gehandeld;
[eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] heeft schade geleden, bestaande uit betaalde termijnen en restschuld;
er is voldoende causaal verband aanwezig tussen de hiervoor bedoelde schade en de onrechtmatige daad van Dexia.
verjaring
4.4.
Voor zover Dexia stelt dat een eventuele vordering van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] inmiddels is verjaard, wordt dit verweer niet gevolgd. In de jurisprudentie zijn bestendige oordelen te vinden voor wat betreft de stellingen en verweren van partijen die zien op de verjaring. [2] Voor zover in deze zaak geen andere, afwijkende standpunten zijn ingenomen door één van de partijen, wordt op de aan (de gemachtigden van) partijen bekende overwegingen, ook in deze zaak geoordeeld dat er geen reden is om aan te nemen dat de verweren omtrent de verjaring doel treffen.
Dexia stelt dat [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] nimmer aan haar kenbaar heeft gemaakt enige vordering op haar te hebben. Dexia meent dat daarom de vordering is verjaard. Het beroep van Dexia op verjaring wordt verworpen. Uit de opt-outverklaring, in combinatie met het daaraan voorafgaande verzoekschrift van 18 november 2005 tot algemeen verbindendverklaring van de Duisenberg-regeling, is het voor Dexia voldoende duidelijk geworden welke verwijten haar werden gemaakt ten aanzien van de door haar aangeboden overeenkomsten. Daarmee was het voor Dexia duidelijk welke feiten aanleiding gaven tot het instellen van de vorderingen en op welke juridische grondslagen die vorderingen werden gebaseerd. Ook al is door [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] geen sommatiebrief gezonden dan is de verjaring dus tijdig gestuit door haar opt-outverklaring (vgl. hof Den Bosch 10 januari 2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:23) en de daarop gevolgde algemene stuitingsbrieven.
tussenpersoon
4.5.
[eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] heeft de overeenkomst(en) met Dexia afgesloten via de tussenpersoon [naam 1] (verder: de tussenpersoon). Tussen partijen is niet in geschil dat de tussenpersoon niet beschikte over de voor beleggingsadvieswerkzaamheden noodzakelijke vergunning. In de prejudiciële beslissing van 10 juni 2022 [3] heeft de Hoge Raad uitgelegd in welke gevallen Dexia heeft gecontracteerd in strijd met het verbod van artikel 41 NR 1999 (dan wel met het daarmee materieel overeenkomende artikel 25 NR 1995). Daarvan is volgens de Hoge Raad sprake als de afnemer een effectenleaseovereenkomst is aangegaan nadat de daarbij optredende tussenpersoon (zonder te beschikken over de daarvoor benodigde vergunning), tevens – naar Dexia wist of behoorde te weten – als financieel adviseur is opgetreden door advies te geven. Dexia stelt dat het gegeven beleggingsadvies naar het destijds geldende Europese recht niet vergunningplichtig was. In het vonnis van de rechtbank Overijssel van 22 juni 2021 (ECLI:NL:RBOVE:2021:2548), dat heeft geleid tot de hiervoor genoemde prejudiciële beslissing van de Hoge Raad van 10 juni 2022, heeft de rechtbank toegelicht, onder verwijzing naar een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 oktober 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:8462), dat en waarom geen sprake is van strijd met het toepasselijke Europese recht. Er is geen reden om thans anders te oordelen. De Hoge Raad heeft, zoals (de gemachtigden van) partijen bekend is, bepaald dat het moet gaan om een gepersonaliseerde aanbeveling, waarbij een aantal omstandigheden zijn genoemd, die bij de beoordeling daarvan van belang kunnen zijn. Ook indien niet wordt vastgesteld dat die omstandigheden zich voordoen, bestaat de mogelijkheid dat de tussenpersoon toch een gepersonaliseerde aanbeveling heeft gedaan als door de Hoge Raad bedoeld, namelijk een aanbeveling die is voorgesteld als geschikt voor de betrokken afnemer ook als dat onder omstandigheden als een ‘verkooppraatje’ kan worden gekarakteriseerd.
4.6.
De stelplicht en bewijslast dat de tussenpersoon [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] heeft geadviseerd en dat Dexia wetenschap had of behoorde te hebben van het feit dat de tussenpersoon [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] , anders dan in algemene zin, een persoonlijk en specifiek op dit product toegesneden advies heeft verstrekt, rusten op [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] als de partij die zich op de rechtsgevolgen van het onrechtmatig handelen van Dexia beroept. De door [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] gestelde feiten en omstandigheden dienen voldoende concreet te zijn en zo mogelijk voorzien van onderbouwing. Voor zover Dexia de gestelde feiten en omstandigheden betwist, dient die betwisting eveneens voldoende gemotiveerd te zijn.
Bij de beoordeling of de stellingen voldoende concreet en onderbouwd zijn en of het verweer voldoende gemotiveerd is weegt mee dat beide partijen al zeer lange tijd – in elk geval sinds de opt-out door [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] in 2007 – weten dat over de totstandkoming van de overeenkomst(en) en de afwikkeling daarvan een gerechtelijke procedure gevoerd zal (kunnen) worden, zodat van hen verlangd mag worden de voor hun procespositie relevante informatie en stukken te hebben verzameld en bewaard.
4.7.
[eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] stelt over de feitelijke gang van zaken het volgende:
[eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] is in contact gekomen met [naam 1] , omdat dit de belastingadviseur van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] was. De adviseur van [naam 1] , de heer [naam 2] (hierna te noemen: 'adviseur') kwam vaker bij [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] thuis op bezoek om belastingzaken te bespreken. Tijdens een huisbezoek kwam de adviseur met een mooi verhaal over een spaarproduct van Bank Labouchere. Vervolgens hebben er meerdere huisbezoeken plaatsgevonden.
Tijdens het eerste gesprek in 1996 heeft de adviseur geïnformeerd naar de wensen van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] . Omdat de adviseur ook de belastingzaken van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] regelde, was de adviseur al op de hoogte van het werk en inkomen van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] . Daarnaast is met de adviseur gesproken over de wens van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] om vermogen op te bouwen ter aanvulling op zijn pensioen en om lopende schulden af te lossen. De adviseur gaf aan dat het mogelijk was om deze doelen te bereiken en dat hij hier hét geschikte product voor wist. De adviseur adviseerde [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] om een Security Effect product van Bank Labouchere af te sluiten. [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] kon de inleg voldoen vanuit zijn inkomen. Volgens de adviseur zou [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] op deze wijze aanzienlijk vermogen opbouwen ter aanvulling op zijn pensioen en kon hij met de opbrengst van het Security Effect zijn lopende schulden aflossen. [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] had geen ervaring met beleggen of kennis van complexe financiële producten en vertrouwde daarom volledig op de deskundigheid van de adviseur en zijn advies. Zo zou er volgens de adviseur alleen in betrouwbare en gunstige fondsen worden belegd. Om deze reden heeft [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] het advies van de adviseur opgevolgd. [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] heeft het Security Effect product afgesloten.
De adviseur is vervolgens bij [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] thuis langsgekomen in 1997. Tijdens dit gesprek is wederom geïnformeerd naar de financiële situatie en wensen. Daarbij kwam de lopende financiële verplichtingen van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] ter sprake, namelijk de lopende Security Effect overeenkomst. Bovendien was de wens van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] thans bij de adviseur kenbaar en deze wens was niet gewijzigd. De adviseur gaf aan dat het mogelijk was om deze doelen te bereiken en dat hij hier hét geschikte product voor wist. Volgens de adviseur stond het Security Effect product er goed voor. [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] zou er daarom goed aan doen om de Security Effect overeenkomst thans te beëindigen en de winst aan te wenden voor een nieuwe overeenkomst, namelijk het Click Effect product met een maandbetaling van ongeveer NLG 100,- van Bank Labouchere. Volgens de adviseur waren de koersstijgingen op dat moment zo gunstig, dat [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] er goed aan deed om de winst van het Security Effect aan te wenden voor het Click Effect. [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] heeft het advies van de adviseur opgevolgd. [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] heeft een Click Effect product met een maandbetaling van
NLG 100,66 afgesloten.
De adviseur heeft [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] vervolgens in 1998 telefonisch benaderd voor een huisbezoek. Tijdens het gesprek heeft de adviseur nogmaals geïnformeerd naar de financiële situatie en wensen van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] , om te onderzoeken of de financiële omstandigheden van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] en zijn wensen waren veranderd. Dit was niet het geval. De adviseur gaf aan dat hij voor de wensen van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] een nog geschikter product wist en adviseerde [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] om ook een Capital Effect product (contractnummer 20006860) van Bank Labouchere af te sluiten. Volgens de adviseur zou [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] met dit product extra vermogen opbouwen ter aanvulling op zijn pensioen. [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] heeft het advies van de adviseur opgevolgd. Om zijn advies te ondersteunen, heeft de adviseur een brochure met rekenvoorbeelden getoond. De aanvraag voor het Capital Effect is door de adviseur in orde gemaakt. De overeenkomst is met een begeleidende brief per post naar [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] opgestuurd. Uit de begeleidende brief blijkt dat adviseur [naam 2] betrokken was bij de totstandkoming van de Capital Effect overeenkomst.
Op een later moment is de adviseur wederom bij [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] thuis langsgekomen. Daarbij heeft de adviseur geïnformeerd naar de financiële situatie en wensen, om te onderzoeken of de financiële omstandigheden of wensen gewijzigd waren. Zo kwam de eerder af gesloten Capital Effect overeenkomst (contractnummer 20006860) ter sprake. De wensen van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] waren reeds bij de adviseur bekend en ongewijzigd gebleven. Volgens de adviseur zagen de koersen van het eerdere Capital Effect er zeer gunstig uit en was het thans hét geschikte moment om de eerder afgesloten Capital Effect overeenkomst te beëindigen om de opbrengst van het Capital Effect (met contractnummer 20006860) aan te wenden voor een nieuwe Capital Effect overeenkomst met een maandbetaling van ongeveer NLG 500,-. Volgens de adviseur kon [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] op deze wijze veel meer rendement behalen, dan dat hij de opbrengst op de bank zou zetten. Om zijn advies te ondersteunen, verwijst de adviseur naar de eerder overhandigde brochure. [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] heeft het advies van de adviseur opgevolgd en heeft een Capital Effect met een maandelijkse inleg van NLG 506, 17 afgesloten.
Anderhalf jaar later heeft de adviseur weer telefonisch contact opgenomen met [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] om zijn financiële situatie te bespreken. De adviseur is bij [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] thuis langsgekomen. De wensen van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] waren reeds bij de adviseur bekend. Volgens de adviseur waren de koersen nog steeds gunstig en daarom adviseerde de adviseur [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] om nog een Capital Effect product met een maandbetaling van ongeveer NLG 150,- af te sluiten. [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] kon deze betaling voldoen vanuit zijn inkomen. [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] besprak daarnaast met de adviseur dat hij nog een andere wens had, namelijk het versneld aflossen van een aantal openstaande schulden. De adviseur adviseerde [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] om hiervoor een doorlopend krediet af te sluiten van NLG 50.000,- bij Intrafin Financiële Diensten. De adviseur adviseerde om daarnaast ook een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten. Deze verzekering behoorde bij het krediet. Ter aflossing van het krediet adviseerde de adviseur [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] om een AEGON Effectenleaseplan af te sluiten. Met de opbrengst van het AEGON Effectenleaseplan kon [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] het krediet aflossen. [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] heeft het advies van de adviseur opgevolgd. [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] heeft een Capital Effect met een maandelijkse inleg van NLG 152,50,- afgesloten. De aanvraag voor de overeenkomsten zijn door de adviseur in orde gemaakt en de uiteindelijke overeenkomsten zijn op een later moment getekend.
4.8.
[eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] heeft, ter onderbouwing van zijn stellingen, gewezen op de volgende stukken die in het geding zijn gebracht:
- een kopie van de overeenkomst met de naam ‘Capital Effect Maandbetaling 20 jaar’ van
1 februari 2001 met contractnummer 22400040, voorzien van het adviseursnummer:
[nummer],
- een gedeelte uit een ongedateerde brochure van Bank Labouchere met de titel ‘Met capital Effect zit ik er straks veel ruimer bij’ met een prognosevoorbeeld voor een maandelijkse inleg van ƒ 250,-
- een kopie van een aan [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] gerichte brief van 26 maart 1998 van [naam 1] met betrekking tot een polis Capital Effect met nummer 20006860,
- stukken met betrekking tot een doorlopend krediet van Intrafin en overeenkomst ‘Aegon rendementsvliegwiel’ uit januari 2001 op naam van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.]
- informatie van de website van [naam 1] uit de periode maart 2001 – februari 2004.
4.9.
Met deze feitelijke uiteenzetting en stukken heeft [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] voldoende onderbouwd gesteld dat sprake is geweest van vergunningplichtige advisering. Dexia heeft de door [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] geschetste gang van zaken slechts in algemene termen betwist. Dexia had echter meer concreet moeten maken dat en waarom volgens haar destijds geen sprake is geweest van advisering. Zo had Dexia moeten uiteenzetten op welke wijze de overeenkomst(en) in haar visie tot stand waren gekomen. Dexia heeft weliswaar erop gewezen dat zij op geen enkele wijze betrokken is geweest bij het contact tussen [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] en de adviseur van de tussenpersoon, maar dat kan Dexia niet baten. Voor zover Dexia daardoor in bewijsnood is, komt dat voor haar rekening en risico. Niet alleen had zij zoals hiervoor is overwogen eerder bewijs kunnen verzamelen maar daarbij komt dat Dexia destijds ervan heeft afgezien om eigen voorlichting te geven aan potentiële klanten en gebruik heeft gemaakt van deze tussenpersoon voor de afzet van haar producten. Dit terwijl het voor haar als aan toezicht onderworpen effecteninstelling verboden was om van die tussenpersoon cliënten aan te nemen aan wie adviezen waren verstrekt. Het had op haar weg gelegen om daarop controle uit te oefenen en ervoor te zorgen dat zij wel over concrete informatie beschikte over de totstandkoming van een contract en de daarbij betrokken (medewerker van de) tussenpersoon. [4] Daarom wordt uitgegaan van de juistheid van de door [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] geschetste gang van zaken nu Dexia deze onvoldoende heeft weersproken. Aan bewijslevering wordt niet toegekomen.
wetenschap Dexia
4.10.
[eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] stelt dat Dexia wist, althans behoorde te weten, dat de tussenpersoon een op de persoon van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] toegesneden beleggingsadvies heeft gegeven. Dexia betwist dit. Uit diverse uitspraken volgt dat Dexia ermee bekend moet zijn geweest dat tussenpersonen op grote schaal individueel persoonlijk financieel advies gaven. [5] Hoewel in dit geval niet is gebleken dat Dexia concrete wetenschap heeft gehad van de advisering van de tussenpersoon aan [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] , had het op de weg van Dexia gelegen om bij de totstandkoming van de overeenkomst met [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] , actief navraag te doen bij de tussenpersoon of de desbetreffende klant de overeenkomst is aangegaan op advies van de tussenpersoon, om te kunnen beoordelen of zij de overeenkomst met [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] kon en mocht aangaan. Dat Dexia in deze zaak enig concreet hierop gericht onderzoek heeft verricht is gesteld noch gebleken. Zij had derhalve behoren te weten dat [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] door de tussenpersoon is geadviseerd.
aansprakelijkheid Dexia4.11. Nu Dexia ondanks het voorgaande toch met [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] de overeenkomst(en) is aangegaan, heeft zij jegens [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] onrechtmatig gehandeld. Dit moet Dexia zwaar worden aangerekend. Weliswaar zijn aan [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] omstandigheden toerekenbaar die tot de schade hebben bijgedragen, maar vanwege de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten, eist de billijkheid in beginsel dat de vergoedingsplicht van Dexia geheel in stand blijft. [6] Weliswaar kunnen er situaties zijn waarin voldoende reden is om een deel van de schade op grond van artikel 6:101 BW voor rekening van de afnemer te doen komen, maar in dit geval zijn dergelijke feiten en omstandigheden niet aanwezig. De schade komt dan ook geheel voor rekening van Dexia.
vorderingen van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.]4.12. De door [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] gevorderde verklaring(en) voor recht, die alleen zien op de overeenkomst uit 2001 met nummer 22400040, zal/zullen daarom worden toegewezen, in die zin dat voor recht wordt verklaard dat Dexia onrechtmatig jegens [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] heeft gehandeld door [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] met betrekking tot die overeenkomst als cliënt te accepteren terwijl zij behoorde te weten dat de tussenpersoon [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] niet alleen als klant aanbracht maar [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] tevens persoonlijk had geadviseerd en de tussenpersoon geen vergunning daarvoor bezat.
4.13.
De als gevolg hiervan door [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] geleden schade kunnen partijen inmiddels berekenen. De voor vergoeding in aanmerking komende schade bestaat uit de door de afnemer betaalde inleg (termijnbetalingen en eventuele aflossingen) en het niet vergoede gedeelte van de (fictieve) restschuld. Daarnaast dient rekening gehouden te worden met te verrekenen genoten voordelen, waaronder daadwerkelijk ontvangen dividenduitkeringen, fiscale voordelen en een eventueel in aanmerking te nemen batig saldo uit voorgaande overeenkomsten. [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] heeft gemotiveerd weersproken dat er hier sprake is van een in aanmerking te nemen batig saldo. Dexia is daar bij dupliek niet meer op in gegaan, zodat aangenomen wordt dat de weergave van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] de juiste is. Ook ten aanzien van de overige opmerkingen van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] met betrekking tot het door Dexia overgelegde financiële overzicht heeft Dexia niet weersproken dat de weergave van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] de juiste is. Partijen zijn het er over eens dat [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] een fiscaal voordeel heeft genoten van
€ 154,44. De wettelijke rente is verschuldigd over het door Dexia te restitueren bedrag volgens de uitgangspunten als geformuleerd in HR 1 mei 2015 (ECLI:NL: HR:2015:1198) en HR 3 februari 2017 (ECLI:NL:HR:2017:164, r.o. 3.6.3).
[eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] heeft aan de hand van het door Dexia overgelegde financiële overzicht en de door hemzelf daarop aangebrachte wijzigingen in de conclusie van repliek in conventie/antwoord in reconventie de schade berekend op € 4.751,07. Omdat Dexia de berekening niet heeft betwist, zal de kantonrechter uitgaan van dit bedrag.
Een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten is niet aan de orde. Niet gebleken is dat er meer of andere werkzaamheden aan de orde zijn geweest dan die, welke genoemd zijn in het arrest van de Hoge Raad van 12 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:590.
BKR registratie4.14. Dexia heeft geen verweer gevoerd tegen de vordering met betrekking tot het door laten halen van de BKR registratie. Deze vordering is toewijsbaar in het geval Dexia met betrekking tot [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] een A-codering aan het BKR heeft doorgegeven. Dexia zal daarom worden veroordeeld om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis het Bureau Kredietregistratie te Tiel te berichten dat Partij geen verplichtingen uit de overeenkomst met nummer 22400040 meer heeft. De daaraan te verbinden dwangsom wordt bepaald op
€ 100,00 voor elke dag dat Dexia niet aan deze veroordeling voldoet tot een maximum van
€ 10.000,00;
4.15.
Gelet op het voorgaande behoeven de andere door [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] aangevoerde gronden geen nadere bespreking.
de voorwaardelijke vordering van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.]
4.16.
vordert Dexia op te dragen om een afschrift te verstrekken van de aanvraagformulier (en) en de bij Dexia in bezit zijnde ondertekende overeenkomsten met nummers 20011562 en 22400040. Uit het voorgaande volgt dat [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] in het gelijk zal worden gesteld. Hij heeft dan ook geen belang meer bij deze stukken in deze procedure, zodat de vordering zal worden afgewezen.
de incidentele vordering van Dexia
4.17.
Dexia vordert dat [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] wordt veroordeeld het intakeformulier van haar gemachtigde aan Dexia te verstrekken. Een zogenoemde “exhibitievordering” komt in beginsel voor toewijzing in aanmerking als is voldaan aan de volgende uit artikel 843a lid 1 Rv. voortvloeiende, cumulatieve voorwaarden:
- degene die de vordering instelt, dient een rechtmatig belang te hebben,
- het moet gaan om bepaalde bescheiden,
- aangaande een rechtsbetrekking waarin de eiser of zijn rechtsvoorganger partij is.
4.18.
Daargelaten de vraag of aan deze vereisten is voldaan, oordeelt de kantonrechter dat op grond van het derde en vierde lid van artikel 843a Rv geen inzage van het intakeformulier verlangd kan worden. In het derde lid van artikel 843a Rv is, kortgezegd, bepaald dat beoefenaren van vertrouwensberoepen ter zake van hetgeen hen in hun hoedanigheid is toevertrouwd niet gehouden zijn om aan de exhibitievordering te voldoen. In beginsel betreft dit alle met de beroepsbeoefenaar gewisselde stukken en is het aan de beroepsbeoefenaar om te bepalen of die informatie hem in zijn hoedanigheid zijn toevertrouwd. Er is dus bij hoge uitzondering ruimte om van de beroepsbeoefenaar te verlangen dat hij zich niet op zijn verschoningsrecht beroept. Ook van [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] als cliënt(e) van de beroepsbeoefenaar kan (ervan uitgaande dat [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] , althans haar zijn gemachtigde, in het bezit is van het intakeformulier) geen inzage worden verlangd omdat gewichtige redenen als bedoeld in het vierde lid van artikel 843a Rv, zich daartegen verzetten. Dexia wil kennelijk weten welke gegevens [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] destijds aan Leaseproces heeft verstrekt en vervolgens in het dossier van Leaseproces terecht zijn gekomen. Het verstrekken van informatie aan een rechtsbijstandverlener over een geschil door middel van een gesprek of een intake- of vragenformulier dient onbelemmerd te kunnen plaatsvinden. Daarvan is geen sprake meer als een rechtzoekende er rekening mee moet houden dat de aan zijn rechtsbijstandverlener verstrekte gegevens, via een toegewezen exhibitievordering, bij zijn wederpartij terecht kunnen komen. Het is van groot belang dat het vertrouwelijke karakter van de informatie-uitwisseling tussen de rechtzoekende en diens rechtsbijstandverlener blijft bestaan. Al met al dient de incidentele vordering van Dexia te worden afgewezen. Toetsing aan artikel 194 Rv levert geen andere uitkomst op.
vorderingen Dexia
4.19.
Gelet op de beoordeling in conventie wordt de vorderingen van Dexia ten aanzien van de overeenkomst met nummer 22400040 toegewezen onder vermelding van het in 4.13 genoemde bedrag. Ten aanzien van de overige overeenkomsten heeft Dexia bepleit dat zij er recht en belang bij heeft dat de rechtspositie terzake deze overeenkomsten tussen partijen wordt vastgesteld. Zolang deze vaststelling er niet is kan er volgens Dexia nimmer gesteld worden dat het geschil definitief beëindigd is.
3.2.
Geconstateerd wordt dat [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] met betrekking tot de overeenkomsten met de nummers 02000583, 20006860, 20011562 en 50000220 slechts in algemene termen op de reconventionele vordering van Dexia (en de door haar bij conclusie van repliek in reconventie verstrekte nadere inhoudelijke onderbouwing) heeft gereageerd, zonder daartegen een voldoende inhoudelijk verweer te voeren. Dat leidt ertoe dat de vordering van Dexia toewijsbaar is. Bovendien wordt geconstateerd dat deze overeenkomsten kennelijk niet me een restschuld zijn geëindigd. Dat leidt tot de conclusie dat [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] door deze overeenkomsten geen voor vergoeding in aanmerking komend bedrag aan schade heeft geleden. De vordering van Dexia kan dus voor deze overeenkomsten worden toegewezen.
proceskosten
4.20.
Gelet op de uitkomst van de procedure bestaat aanleiding voor compensatie van de proceskosten in conventie, reconventie en in het incident.

5.Beslissing

De kantonrechter
in het incident
5.1.
wijst de vordering van Dexia af,
5.2.
compenseert de proceskosten,
in conventie
5.3.
verklaart voor recht dat Dexia onrechtmatig jegens [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] heeft gehandeld door [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] in 2001 met betrekking tot de overeenkomst met nummer 22400040 als cliënt te accepteren terwijl zij behoorde te weten dat de tussenpersoon [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] niet alleen als klant aanbracht maar [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] tevens persoonlijk had geadviseerd en de tussenpersoon geen vergunning daarvoor bezat,
5.4.
verklaart voor recht dat [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] schade heeft geleden als gevolg van het onrechtmatig handelen van Dexia en Dexia gehouden is die schade te vergoeden,
5.5.
verklaart voor recht dat [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] de door Dexia gevorderde restschuld uit de overeenkomst uit 2001 met nummer 22400040 niet verschuldigd is,
5.6.
veroordeelt Dexia om aan [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] te betalen een bedrag van € 4.751,07, vermeerderd met de wettelijke rente daarover een en ander zoals weergegeven in r.o. 4.13.,
5.7.
veroordeelt Dexia - voor het geval Dexia met betrekking tot [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] een A-codering aan het BKR heeft doorgegeven - om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis het Bureau Kredietregistratie te Tiel te berichten dat [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] geen verplichtingen uit de overeenkomst met nummer 22400040 meer heeft, op straffe van een dwangsom van
€ 100,00 voor elke dag dat Dexia niet aan deze veroordeling voldoet tot een maximum van
€ 10.000,00;
5.8.
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.10.
verklaart voor recht dat Dexia na betaling aan [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] van het onder 5.6 genoemde bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente, met betrekking tot de tussen partijen bestaande overeenkomsten met de nummers 02000583, 20006860, 20011562, 22400040 en 50000220 aan al haar verplichtingen heeft voldaan en derhalve niets meer aan [eiser in conv. in hfdzk, verw. in rec. in hfdzk en in inc.] verschuldigd is,
5.11.
compenseert de proceskosten.
Aldus gewezen door mr. M. Engelbert-Clarenbeek, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 juni 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.

Voetnoten

1.In het bijzonder gaat het om de arresten van de Hoge Raad van 28 maart 2008 (ECLI:NL:HR:2008:BC2837), 5 juni 2009 (ECLI:NL:HR:2009:BH 2815), 29 april 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BP4003), 3 februari 2017 (ECLI:NL:HR: 2017:164) en 12 april 2019 (ECLI:NL:HR:2019:590) en de arresten van het gerechtshof Amsterdam van 1 december 2009 (ECLI:NL: GHAMS:2009:BK4981) en 1 april 2014 (ECLI:NL:GHAMS:2014:1135).
2.zie onder meer gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 3 november 2020 ECLI:NL:GHARL:2020:8992, gerechtshof Amsterdam, 25 januari 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:1462 en gerechtshof Den Bosch 10 januari 2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:23.
3.Hoge Raad 10 juni 2022, ECLI :NL:HR:2022:862.
4.Vergelijk gerechtshof Arnhem Leeuwarden 16 mei 2023 ECLI:NL:GHARL:2023:4177, gerechtshof ’s Hertogenbosch 10 december 2024 ECLI:NL:GHSCHE:2024:3936, gerechtshof Arnhem Leeuwarden 11 februari 2025 ECLI:NL:GHARL:2025:684, ECLI:NL:GHARL:2025:686, ECLI:NL:GHARL:2025:687, ECLI:NL:GHARL:2025:688 en ECLI:NL:GHARL:2025:689, gerechtshof Amsterdam 11 februari 2025 ECLI:NL:GHAMS:2025:379.
5.Zie bijvoorbeeld Hoge Raad 9 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:882.
6.Hoge Raad 2 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2012 r.o. 5.6 en 5.7. Deze lijn is nadien bevestigd in de arresten van de Hoge Raad van 12 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1935, en van 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:862.