6.2.Uit het dossier blijkt dat bij het huisbezoek op 20 april 2023 voldaan is aan het vereiste van ‘informed consent’. Aan eiser is vooraf aan het huisbezoek medegedeeld wat de reden van het huisbezoek was en dat een weigering van het huisbezoek geen directe gevolgen zou hebben voor zijn uitkering. Eiser heeft hierop vervolgens toestemming gegeven voor het binnentreden van zijn woning. Dit betekent dat er in dit geval geen inbreuk is gemaakt op het huisrecht van eiser als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van het EVRM en dat verweerder de bevindingen bij het huisbezoek ten grondslag heeft mogen leggen aan het bestreden besluit. De beroepsgrond slaagt niet.
Geen hoofdverblijf op uitkeringsadres
7. Verweerder is van mening dat eiser zijn hoofdverblijf nooit in [woonplaats] heeft gehad. Dit blijkt volgens verweerder uit het volgende:
- In de periode 18 november 2021 tot 19 april 2023 (periode van 17 maanden) was er in de woning in [woonplaats] een waterverbruik van 16 m³. Dit komt neer op minder dan 1 kuub per maand. Volgens het Nibud is het gemiddelde waterverbruik voor één persoon 68 kuub per jaar oftewel 5,6 kuub per maand. 1 kuub per maand is een zeer laag, maar geen extreem laag waterverbruik.
- In de periode 30 september 2022 tot en met 16 maart 2023 (periode van 5,5 maand) zijn slechts zeer sporadisch pintransacties in [woonplaats] en omgeving te zien. Het overgrote deel van de transacties vindt plaats in Leiden en omstreken.
- Uit de bankafschriften blijkt ook dat er in deze periode nagenoeg geen boodschappen zijn gedaan in de omgeving van het uitkeringsadres. In de omgeving van Leiden zijn daarentegen talrijke pintransacties bij Dirk van de Broek, Aldi, McDonalds, Albert Heijn en Lidl te zien. Dat eiser in de Randstad cash pint om daar vervolgens in het Zuiden boodschappen van te kopen, is volgens verweerder niet met enig bewijs aannemelijk gemaakt.
- Uit de bankafschriften blijken geen transacties voor de door eiser gestelde reizen tussen Limburg en Leiden en weer terug. Eiser heeft tijdens de hoorzitting verklaard dat hij met de dalurenkaart van de NS reist, maar hij weigert een overzicht van de reisbewegingen hiervan over te leggen.
- De ING-bankrekening van eiser staat op het adres Milanenhorst 162 in Leiden. Eiser heeft volgens de Basisregistratie Personen (BRP) nooit op dat adres gewoond. Op dat adres staat [naam 1] ingeschreven.
- Uit de gegevens van RD4 blijkt dat eiser in de periode 18 november 2021 tot 12 april 2023 (periode van 17 maanden) geen afval heeft aangeboden op het uitkeringsadres. Dat eiser zijn beperkte afval in openbare prullenbakken deponeert, is volgens verweerder niet aannemelijk gemaakt.
- Uit de bankafschriften over de periode 25 oktober 2021 tot en met 22 november 2021 (toen stond eiser nog ingeschreven op het adres van het AZC in Baexem) blijkt geen enkele transactie in de buurt van het AZC, maar wel 33 transacties in Leiden.
- Op 20 april 2023 is er een huisbezoek op het uitkeringsadres afgelegd. Hieruit bleek dat de woning zeer summier gemeubileerd was, dat er geen lampen aan het plafond hingen, dat er geen kledingkast aanwezig was, dat er geen plinten, deels geen behang aan de muren, geen televisie, geen wasmachine, geen koelkast en geen diepvries aanwezig waren. Tijdens het huisbezoek heeft eiser zelf verteld dat hij alleen op het uitkeringsadres aanwezig is als hij afspraken in de buurt heeft. Voor de rest is hij in Leiden, Den Haag of Brussel.
- Op 17 mei 2023 is eiser gehoord op het gemeentehuis. Hij heeft toen onder meer verklaard dat hij bijna niet op het uitkeringsadres heeft verbleven, omdat hij hier (in [woonplaats] ) niets had, ook geen school. Hij kwam hier af en toe om de post te bekijken. In de Randstad had hij wel veel te doen. Daarom heeft hij daar veel verbleven. Eiser kwam om de twee weken in de ochtend naar [woonplaats] en ging in de avond weer naar Leiden. Nu begint zijn school weer en zal hij ook hier weer vaker verblijven.