ECLI:NL:RBNHO:2023:13156
Rechtbank Noord-Holland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Vordering van voormalig werknemer tot betaling van achterstallig loon wegens verplichte aanwezigheid voor aanvang dienst
In deze zaak vordert een voormalig werknemer, aangeduid als [eiser], van zijn werkgever, AFS Uitzendbureau B.V., betaling van achterstallig loon. De werknemer stelt dat hij verplicht was om 15 minuten voor aanvang van zijn dienst aanwezig te zijn, wat volgens hem als arbeidstijd moet worden gekwalificeerd. De kantonrechter oordeelt dat deze verplichte aanwezigheid inderdaad als arbeidstijd moet worden beschouwd, en dat de werknemer recht heeft op loon over deze periode. De zaak begon met een dagvaarding op 17 mei 2023, waarna AFS schriftelijk heeft geantwoord. Tijdens een zitting op 21 november 2023 heeft de werknemer zijn eis verminderd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer van 6 maart 2017 tot en met 19 mei 2020 en van 5 april 2021 tot en met 30 mei 2022 als uitzendkracht voor AFS heeft gewerkt. De arbeidsovereenkomst was onderhevig aan de CAO voor Uitzendkrachten van de Algemene Bond Uitzendondernemingen. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de verplichting om 15 minuten eerder aanwezig te zijn, voortvloeit uit een interne memo en dat de werknemer in die tijd onder gezag van de werkgever stond. De vordering van de werknemer is gedeeltelijk toegewezen, met een totaalbedrag van € 2.550,53 bruto aan achterstallig loon, inclusief vakantietoeslag, en de werkgever is veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.