ECLI:NL:RBOBR:2020:4984
Rechtbank Oost-Brabant
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake beëindiging Ziektewet-uitkering en geschiktheid voor arbeid
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 14 oktober 2020, staat de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van eiseres centraal. Eiseres had zich ziekgemeld vanuit een WW-recht van 16 uren per week, maar het UWV verklaarde haar arbeidsgeschikt en beëindigde haar ZW-uitkering. Eiseres, die ook werkte voor 24 uren per week, betwistte deze beslissing, omdat haar totale urenomvang van 42 uren per week de door het UWV vastgestelde belastbaarheid van 40 uren per week overschreed. De rechtbank oordeelt dat het UWV een onjuiste maatstaf heeft gehanteerd door uit te gaan van de non-activiteit van eiseres en biedt het UWV de kans om dit motiveringsgebrek te herstellen. De rechtbank benadrukt dat de verzekeringsartsen zorgvuldig hebben gehandeld, maar dat de beoordeling van de geschiktheid van eiseres voor haar werk niet correct is uitgevoerd. De rechtbank stelt het UWV in de gelegenheid om binnen tien weken het gebrek te herstellen, waarbij het UWV moet onderzoeken of eiseres in staat is haar werkzaamheden te verrichten zonder haar belastbaarheid te overschrijden. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak.