9.7.1.Uit artikel 2, eerste lid, van de statuten, zoals die luidden ten tijde van het instellen van het beroep, blijkt dat SLB zich ten doel stelt het bevorderen van evenwicht tussen de diverse gebruiksfuncties in het buitengebied en in het stedelijk gebied met daarbij speciale zorg voor de natuur, het water, het landschap, mens, dier en het milieu in zowel het buitengebied als in het stedelijk gebied, waaronder onder andere begrepen:
- het behoud, de bescherming en verbetering van de kwaliteit en diversiteit van de natuur, het drinkwater en het milieu;
- het stimuleren en verbeteren van leeftijdsbestendige woongebieden, met de daarbij
behorende infrastructurele voorzieningen en recreatiemogelijkheden;
- bescherming van de gezondheid en belangen van mens en dier;
- het behoud van agrarisch landschap, onder meer ten behoeve van de voedselvoorziening;
- behoedzaam en rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen;
- het nemen van maatregelen om het hoofd te bieden aan lokale, regionale of mondiale milieuproblemen;
- het stimuleren en verbeteren van het verlagen van de geluidsbelasting in geluidsgevoelige objecten,
en het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
9.7.2.De rechtbank stelt vast dat deze statuten dateren van 2017 en gelijkluidend zijn aan de statuten waar de Afdeling over heeft geoordeeld in haar uitspraak van 14 juni 2023. Met de Afdeling is de rechtbank van oordeel dat de statutaire doelstellingen van SLB voor een onvoldoende concreet afgebakend werkgebied gelden en dat deze doelstellingen algemeen zijn geformuleerd. Verder constateert de rechtbank dat gedurende de relevante periode (tot einde beroepstermijn) de feitelijke werkzaamheden met name bestaan uit het voeren van een gering aantal overleggen, voornamelijk over de Hammerflier. SLB heeft niet concreet gemaakt wat die overleggen inhielden, welke rol SLB bij deze overleggen had, wat de relatie is van deze overleggen met de statutaire doelstelling, en of deze overleggen al dan niet gerelateerd zijn aan nog op te starten dan wel reeds opgestarte juridische procedures. Het had op de weg van SLB gelegen om ten minste de verslagen/notulen van deze overleggen in het geding te brengen. Hierbij hadden de namen van personen, die niet vanwege hun functie in de openbaarheid treden, desnoods kunnen worden weggelakt.
Omdat sprake is van statutaire doelstellingen die voor een onvoldoende concreet afgebakend werkgebied gelden en waarbij deze doelstellingen algemeen zijn geformuleerd, in combinatie met weinig feitelijke werkzaamheden die onvoldoende concreet zijn, kan SLB naar het oordeel van de rechtbank niet worden aangemerkt als belanghebbende bij het bestreden besluit. Het beroep, voor zover ingediend door SLB, is daarom niet-ontvankelijk.
9.7.3.De rechtbank zal in deze uitspraak het ingestelde beroep beoordelen, maar enkel voor zover dit is ingediend door [eiser] .
Is tevens een (milieu)omgevingsvergunning vereist?
10. [eiser] stelt dat de inrichting op de locatie vergunningplichtig is voor de milieu-activiteit, dat daarom tevens een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo is vereist en dat deze onlosmakelijk is verbonden met de verleende omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit en de afwijkactiviteit. Ter onderbouwing van dit standpunt heeft [eiser] aangevoerd dat de inrichting (grindwasserij) technisch nog steeds in staat is om een productie van meer dan 100.000 ton per jaar te realiseren. Een beperking in bedrijfsuren is niet voldoende. Ook is het voor [bedrijf] mogelijk om de kleine zeef en de urenteller te omzeilen, waardoor een hogere productie kan worden gerealiseerd. Ook is de tweede (kleine) stortbunker vergund in de omgevingsvergunning.