ECLI:NL:RBROT:2025:13867
Rechtbank Rotterdam
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen uitspraak over redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak gaat het om een verzet tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank waarin een herhaald beroep wegens niet tijdig beslissen in een WHT-zaak werd behandeld. De rechtbank had in die uitspraak een nadere beslistermijn vastgesteld en een dwangsom opgelegd voor het overschrijden van deze termijn. Opposante voert in het verzet aan dat de redelijke termijn van artikel 6 EVRM is overschreden, en dat deze overschrijding nog steeds voortduurt zolang er geen besluit op bezwaar is genomen. De rechtbank oordeelt dat het niet opportuun is om de gevolgen van deze overschrijding in het verzet te bespreken, en dat opposante de mogelijkheid heeft om dit opnieuw aan de orde te stellen na ontvangst van het besluit op bezwaar. De rechtbank benadrukt dat een overschrijding van de redelijke termijn niet automatisch betekent dat de eerdere uitspraak ongeldig is. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het verzet ongegrond, en blijft de eerdere uitspraak in stand. Er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd.